maandag 29 december 2014

Woorden


Angsthazen

Journalistiek onderzoeker zo noem ik me van beroep. Maar wat is dat? Er is in ieder geval weinig behoefte aan. Journalisten doen hun eigen onderzoek of ze werken op redacties in teams. Ik ben een buitenbeentje die her-en-der een plekkie heeft. Veel ruimte valt weg door de bezuinigingen en de grote hoeveelheid werkeloze journalisten maakt de spoeling ook niet dikker.

Een buitenbeentje ben ik ook omdat ik het steeds niet kan laten een benadering te kiezen die me politieke zinnig lijkt. Dat betekent niet persé een kokervisie, maar wel het zoeken naar inhoud die de gangbare zienswijzen aan kaak stelt; die rechts en het dominante neoliberale vertoog in de wielen rijdt. Soms vergeet ik even dat ik daarbij alles tot achter de komma moet uitleggen, zo ongewoon is het geworden om kritisch te zijn op mijn terrein van wapenhandel en internationale politiek.

Op de fiets wilde ik hier over nadenken. Maar het lijf wilde dit weekend niet. Dat denken is nodig. Het wordt immers niet geaccepteerd dat journalistiek en activisme bij elkaar komen. De journalist is er voor de feiten en niets dan de feiten en hij of zij is objectief. Iedereen weet wel beter wat betreft dat laatste; alleen de onbenullen geloven in die objectiviteit. Maar net als er geen journalistiek mogelijk is zonder feiten, zo is er ook geen activisme zonder mogelijk. Geen goede actie en geen juist bericht gaat over dun ijs.

Maar de objectiviteit wordt gepreekt door angsthazen (zijn ze bang voor de beschuldiging van linkse journalistiek of een gebrek aan redactionele zelfcontrole). Gek dat ze daar bij de Telegraaf en WNL geen last van schijnen te hebben. Helaas heb ik geen energie om wat krachtvoer te strooien. Mezelf houd ik amper op de been; ik zou het anders graag doen. Beetje leven in de melkveestal van de journalistiek, geen relletjes, maar onderbouwde kritiek. Straks gaan toneelspelers en zangers voorop in plaats van journalisten.


minder woorden


Woorden reizen
verdwijnen vluchtig, maar
komen zomaar en te onpas
weer naar je toe.

Ik zei ik houd niet van ...
Je vertelt dit met luide stem
als het me wordt voorgezet
twee mensen in verlegenheid.

Uit de gesloten school klapte ik
ergens achteraf, in veilige omgeving
dacht ik, het verhaal trok verder
bereikte de directie.

Taal wordt doorgebriefd
ook nu posterijen niet meer functioneren
kan zij met of zonder opzet schaden
waar je het niet verwacht.

martin


De foto's kan je aanklikken voor een grotere versie ervan. De flappen zijn gevuld met pompoen, pijnboompitten en geroosterde en gemalen komijn. De andere foto's zijn gemaakt in de centrale bibliotheek van Amsterdam.





zaterdag 20 december 2014

Liedje



Buren

De plantengieter was door iemand gebruikt voor sop. Gelukkig zag ik het nog net op tijd. Een open balkon aan de galerij heeft nadelen. De WC-afvoer hierboven is al een paar weken achter elkaar verstopt. Gelukkig werd hij de laatste keer niet midden in de macht ontstopt; rarrkr-rarrrrr-raakrrkr-raarrrrrkarrkrrr. Maar de trap is gesopt en ik word door de kinderen altijd vriendelijk gegroet, ´dag buurman.´

Deze week zag ik twee films. De ene, Simon och ekarna, met een verhaal waar ik als West-Europeaan in thuis ben: Tweede Wereldoorlog, jodenvervolging, opgroeien, conflict, seks en ambitie. Schijnbaar licht verteerbaar. Even viel die jodenvervolging op me, akelig en voelbaar dichtbij (ik wist niet wat me overkwam), maar zowel ik hier op de stoel als de hoofdpersoon in de film werd op het verkeerde been gezet. Niet alles ligt voor de hand.

Misverstanden spelen ook een rol in Silent City over het mysterie van de vis, de onverstaanbaarheid van bijna iedereen, eenzaamheid en doorzetten in Tokyo. Wat een mooi medium en wat een mooie actrice is Laurence Roothooft met die schitterende vissenogen.

De bui die vanmorgen overkwam was groter dan heel Nederland. Toch sprong ik op de fiets. Daar maalden gedachten door mijn hoofd. De zon kwam door de grijze wolken. Laat ze maar, dacht ik, we zien wel hoe het loopt. Onderweg maakte ik foto's van de doornappel die een baken is op mijn tocht door de duinen bij Castricum. De pont voer door de harde wind een andere koers.


SCHEEUW


Ik zie een vader
Hij legt zijn kind iets uit
Dat kan de school niet, zegt hij
Daar is geen geld voor

Ik zie een vader
Hij schrijft zijn kind een lied
Dat is een AK-47 of M-16, zingt hij
Amper lopen kan de jongen.

Ik zie een vader
Hij vertelt zijn kind wat 't ziet
Daar ligt een lijk, zegt hij
Gedood door bende met vrije hand

Ik zie een vader
Hij duwt zijn kind op de schommel
Kijk daar een ander, zegt hij
Schommelen we met zijn drieën

Ik zie een vader
Hij zwaait naar zijn moeder
Tot de volgende keer, zegt hij
Ze wacht in de stoel

Ik zie een moeder
Ze krijst waarom schreeuwen jullie niet
Waarom is iedereen stil en kijkt
Meewarig staart men haar aan


Martin

De documentaire Narco Cultura van Shaul Schwarz over de klote zooi in Juárez bracht me tot een aantal coupletten van dit versje.








Een mooi simpel lief en toch anti-oorlogsliedje.

maandag 15 december 2014

Naïviteit



Een jager stond in de sloot klaar om voortgedreven dieren af te knallen. Het zag er potsierlijk uit. De euro voor de pont bij Bronckhorst kon ik kort daarvoor met mijn verregende vingers niet eens zelf uit mijn linkerhand pakken. Dat deed de pontjesbaas. Had die ook nog wat te doen op die natte vrijdag dat die malle fietser van Arnhem naar Enschede reed. Zelfs voor foto's was het te nat; ik maakte er maar een. De fietspaden waren hier-en-daar beken geworden. Vijf minuten later dan afgesproken kwam ik bij mijn schoonvader aan, niet gek. En koud was het ook niet geweest.

In de trein las ik een gedegen artikel over Cuba en de verhouding tussen de Amerikaanse dollar en de Cubaanse peso sinds het wegvallen van de Sovjet steun. De kloof tussen beide munten zorgde voor een aanzienlijk verschil in rijkdom tussen mensen die over de dollar en hen die over de peso beschikten. Zo werd het volgen van hebzucht meer beloond dan zedelijk en redelijk gedrag. Het artikel beschrijft hoe de overheid dit grotendeels weer onder controle kreeg, zonder te vervallen in het toepassen van IMF-recepten. De overheidsuitgaven krompen niet, maar namen zelfs toe. De effecten voor de nationale economie en de Cubaan zijn zeker niet slechter dan in vergelijkbare Aziatische, Midden en Oost-Europese landen. Lekker positief artikel.

Op zaterdag zat ik opeens een inleiding van mijn schoonvader over de oorsprong van het Humanistisch Verbond  uit te typen op mijn idioot grote elektrische IBM-typemachine uit de jaren tachtig. In de periode dat ik overstapte op de computer gaf ik hem aan mijn inmiddels overleden schoonmoeder. Wat een andere vaardigheid is typen dan tekstverwerken. Fouten zijn permanent, want typex was niet meer in huis. Ook geen A4-papier, dus gebruikte ik vellen uit een fotoboek. De machine werkte nog geweldig en op het dikke papier zag de tekst er luxe uit. De volgende dag zou hij uit zijn hoofd een gezellig verhaal vertellen. Dat op papier was ook fantastisch maar ook preciezer. Dit was levendiger.

Jammer dat A. (Bram) Storm, de vader van een gestorven vriendin van me er zo mager af kwam. Hij werd slechts - niet bij naam - genoemd als drukker van een dienstweigerdocument uit mei 1925. Terwijl hij tot in de jaren zeventig het blad van het Verbond drukte en nog veel meer, waar op het internet weinig over te vinden is.

In de trein terug las ik de woorden van winkelier Gedali uit het gelijknamige verhaal van Isaak Babel uit de bundel De Rode ruiterij: “(…) ik wil een Internationale van goede mensen, ik wil dat elke ziel meetelt en een eerste klas rantsoen krijgt.” Gedali ziet dat alle partijen moorden in de Russische revolutie. Hij vraagt zich af wie dan de goede mensen zijn, want goede mensen moorden niet, “waar is de zoete revolutie …?” Babel's commentaar is ironisch: “Gedali, de oprichter van een onbereikbare Internationale, is naar de synagoge om te bidden.”

Neem me mijn naïviteit niet kwalijk, maar ik geef de vragende Gedali alsnog gelijk.


vrijdag 5 december 2014

Vrijwilligersklusjes



Zeiken

Eigenlijk hou ik niet van dit gemopper. Maar laatst vroeg ik me wel af: waarom protesteer ik met mijn zieke lijf en een hand vol anderen tegen een wapenbeurs, terwijl zovelen dezelfde mening delen? Normaal gesproken denk ik dat het beter is hen die er wel bij waren te prijzen dan te zeiken over de wegblijvers, die daarvoor vast meer-of-minder goede redenen hebben.

Als ik op zondag de halve dag zit te genieten van de media en de andere helft van die dag er hard tegenaan moet om de vrijwilligersklusjes die ik op mijn schouders heb genomen, weg te werken, dan vraag ik me af waarom doe je dat? Waarom neem je niet je rust?

Het komt op je weg en je zegt, ja, of denkt dat kan ik beter en neemt het over. Zo is het gekomen dat ik mijn schaarse energie opstook voor taken die geen geld opleveren, maar wel op verschillende manieren hun nut bewijzen. Werk wat mensen waarderen als het maar niets of niet teveel kost, soms op het beledigende af. Maar wat anderen doen moeten zij maar weten. Ik hecht niet zoveel aan dit leven dat ik het mijne ervoor verraad.

Ik geloof niet in een wereld die draait om de economie van geld-voor-mij.  Ik geloof in een betere wereld; in een wereld die draait om vrede op aarde en in de mensen een welbehagen (die tekst zit ook al in mijn column voor de buurtkrant, de Staatskrant, die deze week verschijnt). Geld kan daarmee samen gaan, maar doet dat vaak niet. Jammer dat ik geen recht heb op een beetje uitkering, maar dat is niet anders. Deze week wel een aardig contract gekregen.

Los daarvan. Het energietanken door te fietsen en zwemmen, lezen, muziek luisteren en schrijven, heeft toch ook zijn mooie kanten. Ik kan in december zomaar een duik in zee nemen. Ik zie de kieviten zich verzamelen op een koude decemberdag om als ploeg naar het zuiden te trekken of te beslissen toch hier te blijven. In de duinen kom ik damherten, konijnen, een vos, en collega blogger Blew tegen; we drinken een kop koffie bij de HEMA. Het is plezierig.

Op de drempel

Nu sta ik op de drempel van een feest.
De nacht is hel verlicht en bitter koud.
Nog hoor ik de klanken van muziek, gekout.

Mijn plicht gedaan, ik ben geweest

Binnen spant elk zich als een boog
en schiet met grappen en scherpzinnigheid.
Een feestje: een arena, een pikorde vol strijd. 
Allen gelijk, maar de een is laag, de ander hoog.
 


Op de grens blijf ik even staan. 
Acrobaat voel ik me, uit de piramide gevallen,
een husky die niet meer voor de qamutik* zal gaan.

Nee dat feestgedruis gaat me niet meer bevallen.
Zo denkend, me losscheurend, kijkt de nacht me aan.
Toch geen afscheid, ik raap wel de gemiste ballen.


Martin

Dit is deel 3 (9 februari 2009) van een drieluik over mijn boosheid nadat ik ziek werd en mijn werk moest stoppen. Ik kon dat maar moeilijk verkroppen. Inmiddels kijk ik er heel wat ontspannener naar. Deel 1 schreef ik op 5 februari van dat jaar.

* Inuït voor slee, spreek uit als kamoetiek
Illustratie Personen in de nacht, Jean Miro (van internet)




De foto's kan je aanklikken voor een grotere versie.



Jan de Stripman was opzoek naar protestliederen en vond dit. Er is veel meer. Wiki kent zelfs een anti-oorlogspagina (List_of_anti-war_songs). Er zijn dus heel veel artiesten die de handschoen oppakken.
Jan heeft inmiddels een nieuw project de top-200.000 op Facebook en ik doe lekker mee. (https://www.facebook.com/pages/Top-200000/757085274346798)





vrijdag 28 november 2014

Come on, keep blowing



Griesmeelpudding

Mijmerend op de fiets werd ik gevraagd naar mijn mooiste zin. Als je goed kijkt, kan je overal schoonheid vinden, zei ik. Nog een volgende dan. Er zijn mensen de zich daarin verstoppen. Zo iemand wil ik niet worden, zo ging ik door. Want aan de andere kant kan je ook op een minstens even grote ellende stuiten. Die moet op de schop. Dat kan overigens evengoed verblinden.

Ik schreef deze woorden afgelopen zaterdag aan het strand van Heemskerk, nam een duik, en fietste verfrist en verkwikt weer naar huis. Daar maakte ik een lekkere griesmeelpudding met rozijnen, frambozen en bosbessen.



zwartplastic wappert

een eindig vissenleven

aan een nylonlijn

Martin



De visstand in het IJsselmeer, Markermeer en IJmeer is op zo'n ''absoluut dieptepunt'' beland dat er drie jaar niet beroepsmatig moet worden gevist. Volgens de opstellers van het rapport 'Masterplan Toekomst IJsselmeer' (maart 2014, deel 1 en 2) is het nagenoeg leeg. De visserij op het IJsselmeer en Markermeer is al vele jaren niet duurzaam: er wordt meer gevist dan er vis is.

De foto's kan je aanklikken voor een grotere versie. Ze zijn gemaakt op 22 november jl.
Die voor de haiku op 26 september.



vrijdag 21 november 2014

Rocketlauncher



Gedachten

Fietsen doe ik vandaag in mijn hoofd. De energie is er niet voor een real life tocht. 'Geeft niet,' zegt men dan. 't Geef wel, vind ik. De reden? Een dag eerder maakte ik foto's in Rotjeknor. Het desolate Zuidplein met de Ahoyhallen en het prachtige nieuwe Centraal Station waren actie-arena. 

Een zangeres hoor ik zeggen dat het leven zin heeft nu ze doorgebroken is. En misschien is dat wel zo, dat wat je aan de wereld geeft is de zin van het leven. Of de helft daarvan. De andere helft moet 't plezier zijn. Dat mis ik vandaag.

'De PKK moet bewapend worden om te vechten tegen ISIS, zichzelf te kunnen beschermen,' zegt een oude antimilitarist tegen me. Blij dat ik ze nog tegenkom, die visies. 'De luchtoorlog die is verkeerd,' voegt hij toe. Zelf ben ik de draad kwijt. Neem alleen op waar ik mee bezig ben en verder komt er wel eens iets via TV of Radio of boek tot me.

Cognitieve adaptie


Midden op de weg staat een rollator
daaraan vast een wijfelende vrouw
kijkend naar het flitsende verkeer.

Twijfelend stop ik zodat zij over kan
rechts schiet een jonge blondine voorbij
halverwege de twintig, schat ik zo
Ze lacht minzaam om die man op leeftijd
die niet voortraast door de drukke straat.

Het raakt niet; ik heb er begrip voor
hoe jonger, hoe meer tijd, maar ook haast
geen ruimte in de agenda voor medeleven.

In mijn hoofd woedt vaak de somberheid
____________ het voelt als chemicaliën
____________ ze bewegen als dikke olie
oververmijdelijk door mijn aderen.

Een auto die zomaar voor je stopt
een lach achter twee sturen.
't maakt iets los, ergens in het lijf
hormonen zoeken zich een weg
zorgen voor een vreugde stroom
werkend als een sterk medicijn.

Martin


De foto's kan je aanklikken voor een grotere versie.


zaterdag 15 november 2014

Mooi




Leven

'Je hebt een mooi leven,' zei niet-zomaar-iemand me. Twee keer in de week fiets ik; ga een paar keer zwemmen; en neem wekelijks een duik in zee (gisteren nog bij paal 79). Ik maak foto's, kijk films, schrijf stukjes en geniet van natuur, cultuur en muziek. Het beklijft echter niet en lijkt van me af te spoelen en ik blijf somber en alleen. Naar de reden daarvoor kan ik alleen gissen. Nooit geleerd, vermoed ik

bloem

Vers en op tijd geoogst
de bladeren openen zich
traag onzichtbaar bijna
tot een prachtige kroon

Of de bloemen zijn al daar
wachten is niet nodig
bloeiende uitbundigheid

totdat de blaadjes vallen

Onrijp zijn ze gesneden
schubben komen niet los
alle schoonheid blijft verborgen
gesloten in de knop

Opmerkelijk elke bloem
giftig, scherp of schuchter
met blad, kleur, of stamper

herbergt heerlijkheid

Martin


De foto's kan je aanklikken voor een grotere versie.


Ergens op Facebook vroeg iemand Remember that first time met daarbij een jongen die een plaat draait en de hoes bestudeert. Mijn eerste plaat was Status Quo: Pictures Of Matchstick Men ( 1968 ). Ik gaf hem weg aan een collega bij de marine.

zaterdag 8 november 2014

Westelijk Havengebied



en verder


Het is vreselijk weer: regen en storm. Ik heb keel- en hoofdpijn en snotter, maar zit wel in het zadel. Het gaat langs Gielissen dat momenteel helemaal in Jakarta op een wapenbeurs werkt.

Als ik voor het zoveelste stoplicht – nog steeds in het Westelijk havengebied - stil sta dan zie ik een mooi affiche Kiss & Cry. Het is net wat je wil je zien. Aan de andere kant van de weg ligt een olie- en chemicaliëntanker uit de represieve stadstaat Singapore. Toch ook mooi in zijn oranje stoerheid en symetrie.

Maar wat waren de echt mooie belevenissen deze week? Mijn duik in zee. Joho zelfs in november nog.
'Je ziet er beter uit. Je kijkt ook anders,' zegt iemand tegen me. Sinds ik kwakkel ben ik veel onvermogen tot (gevoelig) inleven tegengekomen. Het tegenovergestelde gelukkig ook. Zoals nu.

Vreemd vond ik dat een paar linkse Nepalese partijen hetzelfde over het wapenhandel verdrag (ATT) denken als ik. Ze vinden het verdrag niet nodig, omdat er nationale wetten zijn. Die partijen waren eerder belangrijk bij het herwinnen van de democratie in Nepal en kletsen dus niet zomaar wat uit hun nek.

Zware golven slaan op het basalt bij Huisduinen. Later piept de zon net over de dijk onder de wolken vandaan. Mijn keelpijn is grotendeels verdwenen.




Woorden komen en gaan

Als ik niet schrijf
en geen film of TV kijk
niet een krant of boek lees
dan schrijf ik

de woorden komen
op de fiets, onder de douche
in het zwembad

Zinnen vullen mijn hoofd
Gedachten zijn vrijwel af

Ik moet ze herhalen en herhalen
en dan vliegensvlug verwerken
Of ze verdwijnen onder druk

De dag erna is wat ik schreef
dikwijls minder dringend dan gedacht

Slechts met enig geluk staan
de goede woorden
mooi op tijd op de juiste plaats

martin


De foto's kan je aanklikken voor een grotere versie.


Ik haalde een oude plaat uit de kast, Joan Armatrading, Me Myself I, 1980. Ik was 18. Ma-me-o-beach, een mooi strandliedje.

zaterdag 1 november 2014

Duppie



Gulden

Lang voelde ik me een kleine jongen. Eentje vol ambitie en een vat vol gedrevenheid om de maatschappij te veranderen (vooral op het gebied van militarisme). Naar de oude gestudeerde rotten in dat vak keek ik op. Ik las en herlas wat ze schreven. Ik luisterde en leerde. Was wel een man van de praktijk en ik organiseerde lezingen, acties/axies en demonstraties. Zo ging ik heel langzaam bij de oude rotten horen.

Voor mijn omgeving was ik geen kleine jongen meer. Voor mezelf bleef ik een LBO-kok/kelner en matroos Logistieke Dienst Verzorging. Slechts heel langzaam groeide mijn eigendunk; ik kan wat.

Toch bleef ik me ook een kleine jongen voelen; een duppie dat nooit een kwartje zou worden. Soms was ik daar even overheen, maar slechts voor een korte of langere periode. Pas onlangs voelde ik me een gulden, zo'n nikkelen, maar waar je al lang niet meer mee kan betalen. Ik ging abrupt van jongen naar versleten man. Er moet nog iets tussenin zitten.



De keuring

De verbrandingsmotor van mijn fiets
kreeg zijn grote beurt
De druk van het bloed
werd met een pomp gemeten
Waarde, zo goed als nieuw

Zit er in de plas geen eiwit?
Hoe staat met met de HBCa1?
Zijn er niet teveel cholesterollen?
Is de glucosewaarde goed genoeg?

Aan het grote falen is niets te doen
dan het slikken van wat pillen
Verder tiptop, naar omstandigheden

Als het om een autootje was gegaan
het zou bij de schroothandelaar staan
Het elektrisch systeem dat hapert
Knippert het licht links
dan gaat het voertuig rechts
en meer van die neuromisverstanden

Maar het is een mens, geen automobiel
flexibel inspelend op onmogelijkheden
weer goedgekeurd voor een jaar.

Martin


D
Het liedje wordt genoemd in een tekst over schrijver Masahiko Shimada in een boek waar ik nu al maanden plezier aan beleef Liefdes dood in Kamara en andere Japanse verhalen (samengesteld en vertaald door Luk Van Haute).

zaterdag 25 oktober 2014

Vrijdagsmaal



IJszwemmen





Vanmorgen schopte ik me de dag weer in. Een paar uur later zat ik weer in het zadel. De eerste 30 km door de druilerige regen, 45 km droog en de laatste 10 door de miezer. Toen was ik bij mijn moeder en man. Ze zetten me een lekker vrijdagsmaal voor: gekookte aardappelen, worteltjes en vis. Mijn stukje schreef ik donderdag al in de studiezaal van het Amsterdams Stadsarchief (daar moest ik door een computerstoring eindeloos wachten op informatie):

Al een tijdje zwem ik minsten een keer per week in zee. Eerst fiets ik 26 km naar het strand en dan neem ik een duik. Voor de vaste lezers van Zandkastelen geen geheim. Daarna voel ik me lekker en van de pijn die me dagelijks kwelt heb ik voor even nog maar weinig last. Hoe zou dat toch komen?

In 2007 begon ik net iets meer dan te kwakkelen. Eén van de eerste diagnoses was chronish pijnsyndroon. Hoe men daar op kwam snap ik echt niet als ik de symptomen zie, maar ik ging naar een psychologe. Zij raadde me het lezen van het boek Pijn door Amanda Kluveld aan. Dat is een vreemd rommelig geschreven boek, maar ook een interessante tocht door het verschijnsel pijn hebben, pijn bestrijden en pijn opzoeken. Aan het begin van ieder hoofdstuk staat een persoonlijk cursiefje. Het zijn de mooiste stukjes van het boek; samenvattingen, gedachten bij en redenen voor de zoektocht. In een ervan komt een tante voor die zich met brandnetels slaat om de pijn te verdrijven. Komen we hier al wat dichterbij bij mijn zeezwemmen? Overigens bleek ik in de periode dat die therapie duurde twee kwalen te hebben: suikerziekte (meer dan duidelijk afleesbaar in bloedwaardes, niemand had ze bekeken) en vervolgens poly neuropathie. Voordat dit bekend was verloor ik ook nog mijn baan. Maar dat is al weer meer dan zes jaar geleden. De therapie veranderde door dit alles van karakter; ik leerde er beter door reflecteren.

Waar ik wel een broertje dood aan heb, zijn de ideeën dat je pijn als vriend moet beschouwen. Vooral binnen de mindfulness houden ze er soms nogal bizarre ideeën op na. Breng het bewustzijn naar de pijn. Of schep ruimte om de pijn. De therapieën gaan er veelal vanuit dat je de pijn niet je leven moet laten beheersen, daar is niets op tegen. Maar wat ze ook stellen is dat je pijn niet mag negeren. Waarom niet? Er bij stil staan maakt het in mijn geval niet beter en zorgt niet voor een beter leven en meer aandacht voor mijn werk. Nu ik dit stukje schrijf voel ik de pijn en dat is niet fijn, net zoals jeuk niet leuk is. Het kost een bak energie. Energie die ik toch al met moeite op peil houd. Als ik het toelaat gaat de pijn alles overheersen, terwijl ik hem nu goed onder controle heb. Op de fiets zoek ik de pijn op door lang en ver te trappen, maar ook gelijktijdig te genieten van de omgeving, prestatie en de endorfine die mijn hersenen beïnvloeden. Misschien zoek ik dat soort pijn ook wel met die duik. Dan laat ik de pijn toch een beetje mindful toe. Als ik het niet doe dan trek ik het niet.

In het boekje van Kluveld komen wel mensen die haken door het lijf slaan voor, maar ijszwemmers volgens mijn herinnering niet. Toch moet ik daar wel aan denken. Nu is de zee nog lang niet op winterwatertemperatuur waardoor organen zich sterken, het immuunsysteem zich verbetert en ook zal de griep er niet door geremd worden. Maar wel is er de kick van: dat doe ik toch maar mooi en de sensatie van het door zijn in te koud en krachtig water. Het geeft zelfvertrouwen als je zo'n 'prestatie' levert. Je stapt uit je gewone wereld in een bijzondere (alsof je even vakantie van je normale leven neemt). De afleiding is groot; je lichaam heeft wel iets anders te doen dan stil staan bij de pijn. Anderzijds, omdat je altijd met pijn leeft, maakt wat kou ook niet uit.

De foto's kan je aanklikken voor een grotere versie. De strand foto's zijn gemaakt op 22 oktober. De bosfoto's twee dagen later op de tocht naar mijn moeder.