vrijdag 25 maart 2016

Lawaai van de geschiedenis



Figuren

De muziek van Shostakovitsch speelt een grote rol in mijn leven. In een van mijn somberste momenten, in 1985, op een brug over de Firth of Forth, speelde de 5e door mijn hoofd. Deze week las ik in The noise of time van Julian Barnes dat deze symfonie eindigt alsof er een clownsgezicht op een lijk is geschilderd met de bedoeling te kunnen zeggen: zie je wel hij is gelukkig doodgegaan. Ik besluit nog eens te luisteren (hieronder staat een youtube).

Barnes is een Shosti fan en smoort de kritiek op zijn held in een wonderlijk gevoel voor het fenomeen van wankel heldendom in de privésfeer. Shostakovic schreef Sartre en Picasso af als praatjesmakers en ondertekende zelf brieven tegen Solzjenitsyn en Sacharov. Dit debat over de positie van de componist versus de Macht ga ik niet overdoen. Het is vaak genoeg aan de orde geweest. Zijn muziek is geweldig. Hoewel de Song of the Counterplan had ik nog nooit gehoord en veel heb ik daar niet aan gemist, maar ik genoot weer van de vijfde met al zijn toeters en bellen – voor het gewenste tintje – aan een spannend bouwsel. Ook de finale vind ik in al zijn uitbundigheid nog steeds prachtig. Clownsgelaat op een lijk, wat 'n gekwelde of melodramatische geest moet je zijn om dat er in te horen.

Opvallend in het boek zijn repeterende zinnen. Vaak zijn het herhalende ideeën door het leven van de componist heen en wie heeft die niet in zijn of haar leven. Soms is het letterlijk herhaalde beeldspraak: 'Het leven is geen wandeling door een veld;' 'Hij voelde zich als een garnaal in cocktail saus;' en 'Het leven is een papegaai die door een kat aan zijn staart de trap afgesleept wordt; een bonk op iedere trede.' Of het boek pedant is, zoals veel recensenten stellen weet ik niet. Maar ik vroeg me af wat de zin was van dat repeteren en kon dat niet bedenken. Wel kwam ik erachter dat Barnes hiervoor leentjebuur had gespeeld bij Proust's Parrot, een boek dat hij al eerder bestudeerde, zoals her-en-der wordt beschreven. Het schiet hier zijn doel voorbij. Toch zit er tot het einde voldoende moois aan gedachten en feitjes in het boek om het uit lezen.

Naast lezen, fietsen, schrijven en zwemmen, maakte ik van wat tabellen figuren die een groter inzicht geven in militaire uitgaven en wapenhandel. Eentje nam ik over van Defense News. Nederland doet het zo slecht nog niet als militaire macht blijkt er uit.


't strand is mijn huis

Zon valt uit zee op schouders
op de grond in grote lijnen
een beeld.

Golven vegen om mijn voeten
troep verspoelt tussen tenen
voetafdruk wijfelt.

Zandkorrels waaien met wind
schuurpapier voor huid
stekende streling

Winterse zee omspoelt
oplosmiddel voor gedachten
koude waskracht.

Zand met sporen en schelpen
ligt tussen de duinen de zee
verlaten mijn thuis.

De foto's kan je aanklikken voor een grotere versie ervan.




Ga er maar eens voor zitten (kan je dat nog wel zeggen tegen mensen die van pagina naar pagina klikken).:

vrijdag 18 maart 2016

Licht



chaos

Even geleden beloofde ik iets over een boek dat ik ging lezen. Dat toen is nu. Eerst moest er een column over komen voor De Staatskrant, de buurtkrant van Amsterdam-Westerpark, waar ik woon.

Als een concertina gaat de tijd heen en weer. Hij zuigt en fluit en fluit en blaast; krimpt en zet weer uit. Het gaat in 't boek Niet verder tellen om een u die i is: om licht, niet om lucht. Mottig is dat in de Staatsliedenbuurt. Zelfs de regen poetst het niet schoon. De hoofdpersoon loopt er door met zijn Simone. Hij zoekt in de Van Hogendorpstraat naar sporen van zijn moeder.

Voor de deur staat ze te wachten op de postbode collega van haar vader. Vader maakte haar wakker: 'Wil je het even gaan zeggen dat ik niet kan?' Hij is ziek. Het moet een uur of vier zijn en hartstikke donker en toch vindt ze de goede bochten en treden. Buiten is het lichter. De collega van haar vader zal zo wel komen.

De hele - nogal vreemde - column is hieronder te vinden. Ik had hem nog. De Staatskrant is een krant die uit de gratie is gevallen van de goed bezoldigde bestuurders. Gaan jullie maar aan crowd funding doen, zeggen ze. Dat gaat ten koste van stukjes, maar dat geeft blijkbaar niet.

Rare week. Van alles speelt door mijn hoofd. Maar gek genoeg vooral Saoedi-Arabië en de wapenhandel. Ook daarover schreef ik al eerder (hier bijvoorbeeld). Volgens Reuters kondigde Nederland deze week een wapenembargo af die in lijn is met de resolutie van het Europees Parlement. Maar de goede en ervaren lezer ziet dat dit niet klopt. Hier mijn uitleg.

De foto's kan je aanklikken voor een grotere versie ervan. 




Omdat ik daar deze week heenging.


Licht

Als een concertina gaat de tijd heen en weer. Hij zuigt en fluit en fluit en blaast; krimpt en zet weer uit. Het gaat in dit boek om een u die i is: om licht, niet om lucht. Mottig is dat licht in de Staatsliedenbuurt. Zelfs de regen poetst het niet schoon. De hoofdpersoon loopt er door met zijn Simone. Hij zoekt in de Van Hogendorpstraat naar sporen van zijn moeder.

Het licht ligt tijdens die tocht over de blauwe letters van De Gruyter, niet plat maar bol. De winkelier zegt 'lekker weertje,' terwijl het zeikt van de regen. Ik zeg dat zijn winkel in een boek staat. Hij legde de letters bloot en vindt ze nu snel op de natte pagina. Aan de overkant verkoopt een man pannen en Marokkaans aardewerk. In zijn eigen pan zette de chirurg niet zo lang geleden de zaag.

De Van Limburgh Stirumwinkelstraat halen ze net niet, want Simone ziet het groene glimmende glazuur op de hoek van een portiek. Aan de overkant glimt het glazuur bruin. Door het licht kan je kijken. Als je wilt. Kijk zelf maar, nrs. 126 en 128. Simone die werkt voor een reiswinkel op de Overtoom. Werkt daar niet ook een fotografe van de Staatskrant? Want raar is waar en toeval is overal. Wat is boek? Wat werkelijkheid?

Voor de deur staat ze te wachten op de postbode collega van haar vader. Vader maakte haar wakker: 'Wil je het even gaan zeggen dat ik niet kan?' Hij is ziek. Het moet een uur of vier zijn en hartstikke donker en toch vindt ze de goede bochten en treden. Buiten is het lichter. De collega van haar vader zal zo wel komen.

De tocht eindigt en gaat niet onder de grijze schotten door naar dat laatste stukje Van Hogendorpstraat, in de noordoosthoek van de buurt. Dat moet hier wel genoemd worden. Daar begon toch de glorie van verlopen Koperen Knopen krotten naar vele tonnen voor een etage?

De krant ritselt. Waait door de straat. Valt in de bus of bij het oudpapier. Is bron van ergernissen. Brengt je naar filmhuis Cavia en de tandprotheticus. Hij blijft. Zelfs als hij verdwijnt. Komt jaren later tot verrassing onder het stof vandaan, het licht in. Wie kon zo'n mengeling van het absurde, het burgerlijke, de middenstand, de Ubbinks en Mo's, mopperkonten en glimlachers bij elkaar brengen in een een tijd dat zelfs het licht leek te verstrakken. Dat gaat niet uit. Hoe hard bekrompen bestuurders ook aan het koordje trekken.

Martin Broek

T. Schippers bedankt voor zijn Staatsliedenbuurt vleugen in Niet verder vertellen.

vrijdag 11 maart 2016

Hertenbout



Negens

De dag kreeg vandaag een 8 van Metro. Morgen en overmorgen geeft de krant zelfs negens weg. Met een nieuwe pijn en mist ging ik weg. Mist vind ik als recreant fijn. Het maakt alles zo rustig.

Onderweg was het lente: bloesem in de bomen; rare toeren van watervogels; de hondjes worden weer getraind in braaf gedrag; leeuweriken in de lucht (kan dat wel?); 'n lekker zonnetje op de bol; en een duik in zee bij Scheveningen. “Het water aan het testen,” vraagt een oude man die langs de vloedlijn loopt.

Onderweg vraag ik me af of avontuur (dat kan van alles zijn) zoeken een vlucht uit de werkelijkheid is. Of dat het misschien iets waardevols aan die werkelijkheid toevoegt als je dat beseft. Avontuur ligt dichtbij te wachten, maar ook verweg. Maar waar ligt de grens? Ik bedoel: waar wordt avontuur een te grote voetafdruk, claim op de aarde, een vorm van egoïsme? Waar wordt het een gekochte - en vaak onverantwoordelijke - belevenis en niet langer een onverwacht gebeuren.

In de Metro ook 'n bericht over de hertenbout in de Waterleidingduinen. 400 Damherten mogen per jaar worden afgeschoten. Dat is 30.000 kg. hertenvlees berekende de krant. Ik zag ze grazen op het zweefvliegveld.

In de trein terug at ik een Vietnamees AH-gerecht. Toen ik het bijna op had, las ik dat het vier minuten in de magnetron had gemoeten. Het was zo ook best lekker. Voelde de pijn weer, maar vrijdag 11 maart mag van mij ook een negen.

De foto's kan je aanklikken voor een grotere versie ervan. 




Tchaikovsky geeft in kort pianostuk over de maand maart antwoord op eerder gestelde vraag.

dinsdag 8 maart 2016

Vrouwendag voor vrede






Feminisme, vrouwen en gevechtsfuncties

Eind februari las ik dat India alle legerfuncties open gaat stellen voor vrouwen. Vrouwen mogen gaan vechten aan het front, aan boord van onderzeeërs en in tanks. 2½ Procent van de Indiase militairen is vrouw. Het loopt echter wat minder hard van stapel dan ik in eerste instantie las. De invoering zal stapsgewijs gaan, waarbij het stappenplan nog gemaakt moet worden. Maar detrend is onmiskenbaar: in steeds meer landen gaan vrouwen volop meevechten.

In december 2015 kondigde de VS aan dat vrouwen voortaan gevechtsfuncties kunnen bekleden. (NRC 25/2/16) In Jane's Defence Weekly (JDW) stond onlangs een artikel over het beleid van het Verenigd Koninkrijk over het toelaten van vrouwen tot het overgrote deel van de posten. Nu al is 79 procent van marine, 94 procent van luchtmacht en 70 procent van de landmacht banen opengesteld. Ook de toegang tot de zogenaamde ground close combat (GCC) functies wordt verwacht. (Women in close combat: the UK decission, JDW February 3, 2016, pp. 22-26). Het artikel is opgeleukt met foto's van vrouwen – weer eens iets anders in een militair tijdschrift – en zelfs voor de buitenkant is een covergirl gevonden.

De gang van zaken roept bij mij de vraag op hoe het zit met de toegankelijkheid in Nederland. JDW schrijft dat hoewel officieel alle functies zijn opengesteld voor vrouwen er twee uitzonderingen zijn. Ze mogen niet bij de mariniers en niet aan boord van onderzeeërs. Dit laatste staat al op de tocht, zoals te lezen valt in een interview over het ontwerp van nieuwe onderzeeërs voor de Nederlandse marine. Toch komt Nederland achteraan kakken: Canada, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Nieuw Zeeland, Noorwegen, Polen, Roemenië, Spanje en Zweden kennen geen restricties op GCC-taken volgens JDW. Bij de Commando's mogen Nederlandse vrouwen wel, al kwam een paar jaar geleden een vrouw die het probeerde van een koude kermis thuis. Ze zou de groepsdynamiek doorbreken en werd buiten de selectie gezet.

Het is 8 maart als dit blog verschijnt. Internationale Vrouwendag is de actiedag van de vrouwenbeweging. Internationale Vrouwendag werd voor het eerst uitgeroepen door Clara Zetkin op de internationale vrouwenconferentie in Kopenhagen in 1910, waaraan 100 mannen en vrouwen deelnamen uit 17 landen. De aanleiding was de massale staking op 8 maart 1908 in de Verenigde Staten van vrouwen in de textiel- en kledingindustrie voor een achturige werkdag, betere arbeidsomstandigheden en kiesrecht. Na de Eerste Wereldoorlog, in 1921, werd de dag weer in ere hersteld. Vier jaar eerder waren op die achtste maart vrouwen in Sint Petersburg massaal in opstand gekomen tegen de verschrikkingen van die oorlog en de voedseltekorten. De demonstratie liep uit op een algemene staking. Vrouwendag zou met de Tweede Wereldoorlog grotendeels verdwijnen. Pas op 8 maart 1960 werd Internationale Vrouwendag in Nederland weer groot gevierd. Ook in de Verenigde Staten, waar de tweede feministische golf uitbrak werd de Internationale Vrouwendag weer een traditie. In 1978 werd Internationale Vrouwendag officieel erkend door de Verenigde Naties. 
 
Vrouwendag wortelt in een radicale maatschappijvisie. Zetkin was socialiste, antimilitariste en strijdmakker van Rosa Luxemburg en Karl Liebknecht. De dag is onderdeel van een feministische strijd tegen gevestigde belangen. Dat feminisme is in mijn beleving gericht op een culturele, economische en politieke verandering ten aanzien van economisme (ofwel blindheid ten opzichte van andere kanten van onderdrukking, zoals familiestructuren, racisme, seksueel); het zogenaamd mannelijke als maatstaf nemen en het zogenaamd vrouwelijke minder waarderen en belonen (huishoudelijke arbeid, zorg); tegen de onderdrukkende rol van de Staat die bestaande structuren verdedigt en wenselijke verandering tegenhoud; en een internationaal systeem dat is gebaseerd op rivaliteit in plaats van samenwerking, op uitsluiting in plaats van opname. (Zie Nancy Fraser, voor een uitwerking van deze punten.) Feminisme wordt tegenwoordig vaak verward met emancipatie, waarbij vrouwen gelijke rechten met mannen krijgen. Feminisme is daarentegen een veel fundamenteler maatschappij kritiek en heeft zich veel beziggehouden met oorlog, imperialisme en onderdrukking. 
 
Gelijke rechten tussen mannen en vrouwen zijn er nog steeds niet. Die zouden er moeten zijn, ook in het leger (met zijn vele misstanden, google maar eens), maar dat betekent nog niet dat het een feministische ontwikkeling is als vrouwen deel gaan nemen in de onderdrukkende organen van de Staat en mee mogen vechten aan het front. Het leger heeft inmiddels ook zijn humanitaire taak, maar blijft toch vooral het middel om de Nederlandse Staat en zijn belangen te verdedigen en een internationale orde in stand te houden die allerminst inclusief is. Maandblad Opzij stelt waarschijnlijk onbedoeld dat Minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert zich inzet voor vrede, vrijheid en veiligheid van Nederland en Europa. De wereld is groter en in Libië ondervindt men het optreden van de NAVO-landen nu nog dagelijks. De Saoedi's gebruiken door de Verenigde Staten geleverde clusterbommen op Jemen. In Syrië en Irak verergert men de situatie door bombardementen en NAVO-bondgenoot Turkije mag huishouden in Koerdistan. Het is slechts een greep uit de negatieve gevolgen van recent militair optreden.

Vrouwenstrijd moet gaan om vrede, veiligheid en vrijheid voor vrouwen én mannen, hier en – in de ruimste zin van het woord – ook daar. Niet om gevestigde en onderdrukkende belangen op het schild te hijsen.

Vrouw uit Kootwijk

gewaardeerd
om welvingen
hoofd onnodig

't sculptuur
verdween
komt zeker
elders weer

De foto's kan je aanklikken voor een grotere versie ervan. Foto's 4 maart 2016. Twee zijn er gemaakt bij drogist die niet vermeld wilde worden. De andere vier in de luxe Nieuwe Spiegelstraat, Amsterdam.