vrijdag 30 november 2012

Ijswater







Smienten

Het zou een koude dag worden. Voordat ik wegging schreef ik een column en een briefje voor de postbezorger dat hij mijn pakjes bij een ander moest bezorgen. In mijn hoofd een vaag idee om via de Zaan naar de duinen te rijden en dan met een bocht terug. Het liep wat anders en de tocht werd korter.

Zwarte luchten kwamen steeds dichterbij en gaven het landschap nog meer kleur; zeker als de zon de kans had er doorheen te schijnen. In een sloot bij Oostknollendam hoorde ik het gepiep van smienten. Het waren er enorm veel. Waarom heb ik die als jongen niet gezien? Zouden ze zeldzaam zijn? Is het een eendensoort? Een modern mens zou dat nakijken op een smartding-met-schermpje. Ik doe dat pas thuis.

De smient is een middelgrote eend en komt in grote getalen in Nederland voor. Volgens wiki grazen ze met duizenden tegelijk op het grasland: de smient is in het najaar op de wilde eend na de talrijkste eend in Nederland. Als jongen heb ik blijkbaar niet goed opgelet.

Een kaartje van het Sovon Vogelonderzoek Nederland laat zien dat ik vanmiddag door een stukje favoriet smientenland reed en dat daar waar ik opgroeide de vogel nauwelijks voorkomt. Bovendien is de plezierjacht sinds 1999 verboden en dat is mogelijk een reden dat er nu veel meer zijn dan destijds. 

In de zomer legt de vrouwtjes smient 7 tot 8 eieren. Ze broeden in arctische gebieden en de zogenaamde boreale zone van IJsland, via Schotland, naar Noorwegen, Finland en Rusland. In de winter zakken ze af naar het zuiden en dan kan je ze tot maart in o.a. Nederland vinden. Ruim veertig procent van de Noordwest-Europese smienten overwintert hier. Maar je vindt ze ook in andere landen van West-Europa en in Scandinavië, Portugal en Spanje.

Het is een prachtvogel met die blauwe snavel, de fraaie tekening en dat mooie geluid dat ze maken. Bij de mannetjes is dat een hoog "piiew piiew" en bij de vrouwtjes "rarr". Zowel de vogelbescherming als wiki noemen in dit verband de bijnaam fluiteend.

Kort daarop ging het ijswater regenen. Ik besloot terug te rijden. Als ik thuis kom, heeft de kleermaker een boek voor me ontvangen. Verrassing. Mooi. De bovenburen hebben de andere pakjes aangepakt. Ik kan weer aan de slag.

Je kan de foto's in dit blog aanklikken voor een grotere versie.




zaterdag 17 november 2012

Bruggen bouwen







Doel

Het is grijs buiten; een sombere waterkoude herfstdag met niet teveel wind. Een doel voor het fietsen op zo'n dag ligt niet al te ver. Onderweg is er een plek om iets te eten om weer op te warmen en rust te nemen. Het wordt de West Gouwebrug in Alphen aan de Rijn. Die heb ik vaak in de verte zien liggen. Nu wil ik hem echt zien.

Die brug staat op het punt waar Aarkanaal, Gouwe en Oude Rijn bij elkaar komen. Hij ligt over Gouwe. Het is een zogenaamde hefbrug, waarbij gewichten het hele wegdek omhoog hijsen. Hefbruggen zouden een nadeel hebben: doorvaart en doorrij hoogte worden beperkt door hijshoogte en de hoogte waarop de brugdelen verbonden zijn. Het binnenschip dat ik erdoor zie varen heeft er geen last van. De brug is wel veel kleiner dan gedacht.

Het doel is niet altijd het beste deel van een tocht. Het geeft wel richting. Mijn fietstocht gaat verder langs Bodegraven, Woerden en dan weer naar het Noorden. Als ik in de Noordeinderplassen ben, dan schemert het al. Daar wil ik nog wel eens naartoe als het lichter is. Het Groenehart heb ik te weinig befietst merk ik door een hefbrug in Alphen aan de Rijn.

Je kan de foto's in dit blog aanklikken voor een grotere versie.




zaterdag 10 november 2012

Proost

Ongeveer een half jaar gelden ben ik gestopt met alcohol drinken. Het was geen principe keuze en een groot drinker was ik ook niet. Wel een regelmatige. Met vrijwel iedere avond een á twee wijntjes of drie. Soms nam ik in plaats daarvan een lekker biertje of een glas whisky (met een tax free fles deden we meestal een maand of vier). Of het een beslissing is voor altijd laat ik in het midden.

Voor nu bevalt het me best. Ik mis het drinken niet echt. Hoewel er best lekkere dranken zijn. De niet-alcohol-en/of-suikerhoudende-dranken-drinker heeft maar weinig keus. Water (met limoen of CO2), koffie en thee zijn de favorieten. Maar daar binnen is veel keuze. Met koffie experimenteer ik nog niet. Wel met thee. Nu staat Long Jing thee te trekken. Maar over thee later meer.

Nog even een lijstje met favoriete alcoholische dranken maken:

Allereerst is dat bier. Een helder koud pilsner met lekker veel hop om de dorst te lessen op een warme dag of na een flinke inspanning. Een lekkere Rochefort 10 uit België op een koude winter avond of een Orval uit stenen kelk op een hete dag als je weet dat je niets meer hoeft te doen. Ik heb alle trapisten gedronken, behalve de Oostenrijkse Engelszell dat werd trapist toen ik stopte met het drinken van alcohol, in mei 2012.

Bier wordt gevolgd door whisky. Sinds ik een zwager heb die bijna alles van die drank weet, is het duidelijk dat ik er zo goed als niets van weet. Het begon bij mij op een reisje met het Landelijk Gereformeerd Jeugdwerk naar Montrose House aan Loch Lomond. Daar ben ik op aanraden van een bewoner en beheerder van het huis een aantal whisky's gaan drinken, zoals glenmorangie, glenlivet en macallan (dat laatste wordt ook gedronken op het paleis, zei hij). Het Amerikaanse bourbon dronk ik een paar jaar later alleen in Maloe Melo, de Amsterdamse blues en rockabilly kroeg aan de Lijnbaansgracht. Maar ben ik nooit echt lekker gaan vinden.

En altijd is er wijn. In de zomer is het vaak rosé en dan is het even zoeken welke goedkope lekker smaakt. Koud op balkon en soms net iets teveel. Een enkele keer een redelijk goede fles bourgogne en de laatste jaren was mijn lievelingswijn een Elsasser pinot noir of pinot gris. Tijdens de vakantie in Portugal was het vreemd om niet af-en-toe een vino verde te nemen. Het werd altijd een água mineral com gás en een espresso/bica (ook niet mis).

Al eerder was afgevallen de port. De drank is goddelijk, maar ook erg zoet. Port is een mooie samenwerking tussen Brits imperialisme en Portugese wijnhuizen. Ik dronk het af en toe (goddelijke dranken moet je niet te vaak nemen). Vooral rood, maar soms ook wit. Een paar jaar gelden liep ik met mijn jongste zoon tussen de verlaten bodega's van Vila Nova De Gaia. Ik had er wel pijnlijke voeten voor over om daar te stappen, zeker samen.

Van veel verder is er de tequila. Een drank die lekker smaakt en je denken tijdens het drinken op een vreemde manier kan veranderen. De show met zout en citroen is niets voor mij, maar voor anderen een deel van het plezier. Ook over tequila en mescal valt nog veel te leren merk ik als ik dit ik-ben-gestopt-blog schrijf, maar jammer voor die Mexicaanse drank ik zal me op thee en koffie soorten gaan storten.

Zonder alcohol slaap ik beter (door), heb alleen daardoor al meer energie en voel me beter. Daarvoor heb ik het wel over me op nieuwe dranken te gaan richten. De long jing thee is getrokken (zo lang duurt het schrijven van een blog dus) en lekker: een volle ronde snaak met iets van aardbeien en rook. Ach zo drink ik niet. Zo dronk ik geen wijn en zo ga ik geen thee drinken. Wel proef ik een mond vol smaak die ik nog niet kende. Lekker.

maandag 5 november 2012

Paviljoen Minkema




Dit voorjaar kwam ik er langs. Er stond een andere naam op de gevel van het strandpaviljoen bij Camperduin. Er werd nog gewerkt, maar het zou 'Struin' gaan heten. De oude naam met een degelijkheid van de Hondsbossche Zeewering zelf was verdwenen. 

Laatst had ik het erover met mijn zoon. Hij vroeg gelijk: “hangen die foto's er nog?” In 2011 zijn we er geweest. Hij bedoelde de grote foto's met tekst over de verschillende Minkema paviljoens op deze plek in de afgelopen tachtig jaar. Het verbaasde en verheugde me dat hij gelijk hierover begon. Het antwoord op de vraag over de foto's moest ik mijn zoon voorlopig nog schuldig blijven. (Ik was nog niet binnen geweest.)

Het paviljoen kent een ruig verleden. Dat blijkt ook uit de samenvatting van die geschiedenis op de Site Groot Alkaar Dichtbij. Begin jaren dertig liet Ypke Minkema een restaurant bouwen. Minkema beheerde in 1929 al een cafeetje van Antoon Peeck bij de strandopgang. Het nieuwe restaurant werd in de Tweede Wereldoorlog bezet door de Duitsers en werd vervolgens door de Engelsen gebombardeerd. 

Tussen de puinhopen stond na de oorlog een bord met de volgende boodschap:

Door oorlogsgeweld
werd hier geveld
Maar het kostte
geen mens het leven
Door noesten arbeid
weer hersteld
Zijn wij arm,
toch rijk gebleven


In 1947 bouwde zoon Gerben Minkema een houten noodrestaurant. Dit restaurant was geen rustig leven beschoren. Door brand en storm werd het restaurant zes maal vernield. Het laatste werd overgenomen door Jaap Butter. Hij bouwde - hoewel zelf geen Minkema - in 1991 het huidige restaurant v/h Minkema. Onlangs namen de families Jansen en Tuinfort het restaurant over en verdween de naam van de gevel. Het werd Struin. Groot Alkmaar wijst erop dat in die naam Standpaviljoen Canmperduin ligt verborgen. Dat is een schrale troost.

Op 2 november stapte ik voor het eerst het geheel vernieuwde en ontzettend leuke paviljoen binnen. Toen ik er de laatste keer een erwtensoep bestelde en mijn pillen uit mijn zak haalde om ze in te nemen, kwam er als vanzelf een glaasje water. Aan die soep bewaar ik goede herinneringen. Ook door het gesprekje wat ik met de ober voerde. Nu kwam er te zoete erwtensoep, met te weinig worst, gebracht door een serveerster met knalblauwe nagels aan wie ik niet durfde te vragen waar de geschiedenis aan het plafond was gebleven. Vermoedelijk had ze me wezenloos aangestaard en had ik me een ouwe conservatieve zeurkous gevoeld.

zaterdag 3 november 2012

Goed gemutst







Buienradar

Vanmorgen keek ik voor vertrek op de buienrader; buiten raasde de wind en de regen sloeg de bladeren van bomen. Op mijn beeldscherm zag ik dat het na een paar uur voorbij zou zijn. Meestal klopt die informatie van het internet. De buienradar is in mijn vaste repertoire komen te zitten. Iets dat ik vier jaar gelden niet had kunnen denken.

Zou ik zonder zijn gaan fietsen toen het weer buiten zo vreselijk was? Nee. Dan had ik niet gezien hoe de bollenboer het land met stro beschermde, de kardinaalsmuts niet aan de boom zien hangen en was ik zelf nu – een dag later – ook minder goed gemutst geweest. Niet dat het altijd een perfecte voorspelling is. Maar het helpt om de rader niet op het halfuur en 10 km nauwkeurig af te rekenen.

Als ik mensen zie met hun iPads en iPhones dan besef ik dat ik een hopeloze digibeet ben geworden. Alleen al het gebruik van de i klopt niet besef ik bij het schrijven. Die letter staat voor de producten van Apple. Net zo min als iedere verstelbare moersleutel van baco is, wordt iedere tablet of smart phone door het bedrijf met het appeltje gemaakt.

Je kan de foto's in dit blog aanklikken voor een grotere versie.