zaterdag 7 juli 2012

Waar nu de zee beukt


Een strandpaviljoen voor de Hondsbossche zeewering. Het is geen fantasie van een op drift geraakte tekenaar. Volgende week geeft het hoogheemraadschap er voorlichting over tijdens een vergadering in Petten. Er komt strand voor de kust, waar nu nog de zee tegen de dijk aanbeukt.

De jonge vrouw die het bezoekerscentrum Dijk te Kijk beheert, vertelt dat niet iedereen in het dorp er enthousiast over is: "Het levert werk op. Maar zal ook drukte geven.” Petten is nu een rustig dorpje achter de dijk (met kerncentrale, dat dan weer wel). “Bovendien,” zo voegt ze toe, “nu al moeten de ramen vaak worden gelapt. Dat zal met een strand voor de kust nog vaker zijn. Hetzelfde geldt het schilderwerk.” Zelf woont ze elders.

De zeewerering heeft zijn charme vanwege het mooie patroon waarmee de stenen in de dijk zijn ingelegd, maar ook door de rust en stilte. Er is niets en je hebt er tot nu toe niet veel te zoeken behalve een robuust voorbeeld van de strijd tegen de zee. Dat niets krijgt nu toeristen en dagjesmensen trekkende franje.

Als er geen strand zou komen, dat de aanrollende golven zou breken, dan zou de dijk hoger en breder moeten worden. In december 2003 sloegen de golven er al overheen. Huizen zouden dan moeten wijken. Het aanleggen van een strand is een betaalbaar compromis en leidt tot meer recreatieve mogelijkheden.

“Het is niet zeker dat het fietspad zal blijven,” stelt de vrouw alsof het een uitsmijter is die vooral tegen mij is bedoeld. Jammer. De reden om naar Petten te fietsen is juist het stukje Hondsbossche dat ik dan kan doen. Laat het bijzondere fietspad toch blijven.


“O ja en ze zijn vandaag met de wesp bezig. Dat is maar vier keer per jaar,” zegt ze nog. De wesp staat altijd stil op de dijk. Hij is bedoeld voor metingen waarbij hij acht meter diep vanaf de dijk het water in kan rijden. Die wesp zal overbodig worden.