vrijdag 26 augustus 2011

Flexibel











Veel vaart zit er niet in deze fietstocht. Op het centraal station van Amsterdam kan ik het niet laten om foto's te maken; veel foto's. Op de pont naar Noord hou ik me in, maar als ik een weg insla die ik nog nooit heb genomen, ga ik weer los. Na anderhalf uur ben ik hemelsbreed een kilometer van huis. Om wat verder te komen zet ik mezelf op rantsoen. Iedere dertig kilometer mag ik foto's maken, verder niet. De mooiste plaats ik dan bij dit blog.

***

Na dertig kilometer zit ik op een bankje bij een kaal plantsoen in Wormerveer. Er huppen wat kauwen in het gras. Ook de huizen zijn niet bijzonder. Leuk zo'n opdracht aan jezelf geven, denk ik sarcastisch. Toch ga ik beter kijken. De bank waarop ik zit is verweerd. Klik, die staat er op. Tevreden ben ik nog niet. Er was ook een mooie foto van te maken. De kauwtjes komen er niet scherp op. Delete. Dat moet nog eens over. Mensen die passeren gaan de een na de ander op de plaat. Vooral fietsers en scootmobielers. Het lijkt alsof ik mezelf op een fotocursusfietstocht heb gestuurd.

***

De volgende keer dat ik er dertig kilometer gereden heb, ben ik vlak bij Egmond aan de Hoef. Op het bankje waar ik ga zitten rust een andere fietser uit. Hij heeft pijn aan zijn voet door zijn wielerschoenen. Daar heb ik met mijn sandalen geen last van. De man komt uit Heemskerk en rijdt een rondje. Normaal op vrijdag, maar de weersverwachtingen waren - net als bij mij - een reden zijn tocht een dag naar voren te verplaatsen. Hij leeft het mooie leven van de pensionaris van de huidige generatie (goed pensioen, tijdig stoppen) en gaat op pad met de caravan, maakt reisjes en fietst iedere week twee keer in eigen land en als zijn vrouw iets anders te doen heeft, maakt hij lange tochten. Als hij vertrokken is, maak ik nog mijn foto's van slangenkruid en de paarden die los in de duinen lopen.

***

Als ik weer mijn afgesproken afstand erop heb zitten, ben ik net voorbij de kernreactor van Petten (ik stopte er al eerder). Maar de dertig-kilometer-regel is dan al wat verwaterd. Aan het einde van de Hondsbossche maakte ik foto's en een paar keer stopte ik voor een plaatje. Vroeger zou ik mezelf een zwakkeling hebben gevonden, maar 'de dertig kilometer' was vooral een richtlijn en geen wet van Meden en Perzen. Dat wist ik vroeger ook, maar toch kon ik me nooit losmaken uit zo'n stramien.

Op het moment dat ik dit stukje in de trein schrijf weet ik nog niet welke foto het gaat worden: de paddenstoel die dwars door de poep van een kyloe groeit; de bomen die willen oversteken, maar achterblijven; of de grove den. Ach misschien moet ik ook die zelf opgelegde regel loslaten en als het past meerdere foto's plaatsen.

***

De tocht eindigt in Den Helder op het laatste - of het eerste, zoals nu voor mij - station van Noord-Holland. Het is ruim 29 kilometer na de stop bij Petten. Voordat ik er ben ga ik nog heel hard door de Donkere Duinen om de zonsondergang boven zee te zien. Als ik eindelijk op de zeedijk ben, is het rood al grotendeels verdwenen en zijn alleen de lichte strepen in de lucht over. Op het station van Den Helder neem ik de trein en ga naar huis. In Callantsoog kocht ik bij Albert Heijn een NRC-Next, omdat er naast een ruime sortering Duitse kranten en de Belgische krant Het Laatste Nieuws niets te koop was. Een overbodige aankoop want de Spits! en Metro, die in de trein lagen, zijn samen zijn vrijwel even informatief. Ik heb hem dan ook snel uit. Het bier smaakt me beter. Het was een fijne tocht, de eerste lange toer die ik weer op mijn eigen fiets reed.

zondag 14 augustus 2011

Rivieren door het land

Ourthe

Semois
Semois
Gerardmer
Lesse
grotten van Han
Maas bij Lanaye









Denkend aan Frankrijk zie ik de kust van Bretagne en Normandië: Mont St. Michel; het getij dat er een veel groter verschil kent dan in de Noordzee; St. Malo, het zeeroversnest van weleer; en de oesterbanken. Ik ben een man van de kust en van de zee. Maar vakantie is er blijkbaar om oude vormen achter je te laten.

Dit was de vierde buitenlandse vakantie met de kinderen. We bleven dit keer niet op een plaats staan, zoals anders, maar verkasten drie maal. Eerst de Ardennen, later naar de Vogezen en toen weer terug naar de Ardennen; alle ver weg van de zee. Wel lagen de campings waar we verbleven aan een rivier. De eerste aan de Semois, een in de zomer weinig indrukwekkende rivier die in het zuidoosten van België traag tussen bossen en velden stroomt. De camping in de Vogezen lag bij het plaatsje Grange sur Volange. Tenslotte lag onze laatste camping naast de Lesse, een nog geringer riviertje dan de Semois, maar wel bekend omdat het door de grotten van Han stroomt.

Anders was deze vakantie ook omdat ik een fiets meenam – Henk bedankt! Die fiets ging per trein een stuk België in. Van Chassepierre aan de Semois fietste ik naar Nancy. Een groot deel van die tocht ging door het boerenland van Noord-Frankrijk. Duidelijk werd de route pas weer – zonder kaart – toen ik de Moezel naar het Zuiden volgde. Deze rivier liep bijna tot onze vakantiebestemming. Het was het meest natuurlijke deel van de route; spoor, snelweg en lokale weg lopen er vlak naast elkaar. De rivier zelf zag ik maar af en toe. Hij werd verborgen door fabrieken en huizen. Naïeveling die ik ben, had ik me het Moezeldal romantischer voorgesteld.

De reis terug van Colmar in Frankrijk naar Jemelle in de Ardennen maakte ik grotendeels met de trein. Ook die neemt veelal de route van het water: de Rhone, Rijn, Saar, Moezel en Maas. Na een bezoek aan de grotten in Han, waar in 24-uur de Lesse 2 kilometer aflegt, fietste ik terug naar Maastricht. Het eindpunt van mijn vakantie. Meer dan de helft van die laatste tocht ging langs de Ourthe en de Maas.

Tijdens het fietsen heb ik weinig gedacht, maar vooral getrapt en rondgekeken. Pas op het laatst besefte ik dat de vakantie voorbij was en het normale leven weer gaat beginnen. Tot voor kort gebruikte ik mijn laatste vakantieweek om te bedenken wat ik zou gaan doen. Vakantie lijkt nu een vlucht die plotseling eindigt. Bijna als het bergafwaarts fietsen. Ben je daar aangekomen dan moet je toch weer verder, vaak omhoog. Gelukkig is me dat de hele vakantie goed gelukt. Bovendien is een deel van Europa door het fietsen en het zicht op de loop van de rivieren overzichtelijker geworden. Er is een natuurlijke kaart waar je gebruik van kan maken.