zaterdag 26 september 2015

Niet



Zeiken

Laat vertrekken betekent hard trappen als je de pont moet halen. De eerste naar de NDSM-werf voer net weg; de tweede – naar de Distelweg - maakte geen haast, maar was wel een schatje (IJveer 35); de derde haalde ik en die bracht me naar Stavoren. “Ik wil geen regen vandaag,” zegt een bemanningslid. Ik ben het met hem eens. Wel de mooie wolken, niet de druppels. En zo was het ook.

Het is zo'n onderwerp waarbij de angst om een ouwe zeur te worden steeds om de hoek gluurt. “Er heeft zich blijkbaar al lang een paradigmawisseling voltrokken,” van “men geve geen overlast,” naar “je schikt je maar,” schreef Marjoleine de Vos in NRC-Handelsblad van 7 september. Ik herken het. Zij heeft het over kinderen. Maar dat is toch een bepaald soort categorie. Van festivals tot verkeersdeelnemers die doen wat hen goeddunkt overal is de verschuiving van zienswijze zichtbaar.
Ik moet de neiging onderdrukken om te schrijven dat als je de samenleving steeds meer gaat benaderen als een verzameling individuen dat je dan niet gek moet opkijken dat men zichzelf gaat ontplooien en anderen zich daar niet aan moeten storen. Maar je kan je jezelf natuurlijk ook ontwikkelen en toch ook rekening met anderen houden.

Het afgelopen weekend las ik weer eens een boek. Nou ja boek, een dunnetje, een toneelstuk door Mark Haddon, Polar Bears. Ik lees me de afgelopen jaren boek-voor-boek door zijn werk vol empathie voor niet gewone mensen – en zijn we dat als we eerlijk zijn niet allemaal - heen. Dit kreeg ik nog voor mijn verjaardag. Wat is filosofie en wat wijsheid en medeleven of bevoogding? Hoe weet je dat je iemand kent? Er zijn zinnen die ik herken uit mijn eigen hoofd, maar nooit uitspreek. Dat waan en werkelijkheid moeilijk uit elkaar te houden zijn, stoort recensenten. Ik vond het toneelstuk er iets extra's door krijgen om op te kauwen.

Een artikel uit de Financial Times over Syrië. Lees maar. Zo moet het gaan denk ik. Vorige week kreeg ik een brief van een vredesactivist die stelde: “Is (beperkt) militair ingrijpen per se een groter kwaad dan niet ingrijpen?” Hij stelt de verkeerde vraag. Het doel (vrede) hoort centraal te staan in de vraagstelling, niet de methode. Door deze wijze van vragen gaat het een beetje op een val lijken om je een militaire oplossing in te lokken. Gelukkig kan je in een van 's wereld invloedrijkste kranten lezen dat het ook anders kan. Deze week nam ik oorlogisgeenoplossing.blogspot.nl op mijn lijstje te volgen blogs.


Sporen op het strand

Ongerept strand
van mijn kindertijd
het grauw gele zand
verdwenen onder sporen
van fietsers, SUV's en
zeilwagens.

Kwallen lagen er
moesten mee naar huis
roodverbrande benen
een pijnlijke rug
puur eenzaam genot.

Over is gebleven
irritatie
over wat niet meer is
- door wat nog niet was -
de leegte.

Wat groots is
verniel je niet
met crossen en gescheur.
Plezier om de
wijdsheid blijft.

Hoe kijkt een kind van nu
in de golven met diezelfde kracht
aanrollen met zeesterren, schelpen
kwallen in hun buik?
Kijk naar dat gezicht.

De foto's kan je aanklikken voor een grotere versie ervan.


Toen ik deze uitvoering van House of Wasps hoorde, dacht ik: als ik om het even welke muziek zou kunnen maken dan zou het dit moeten zijn. Het past me als een jas. Daarna merk je al snel weer dat je ook in andere muziek glijdt.

zaterdag 19 september 2015

Word niet boos


organiseer je

De dag begint met het vioolconcert van Sibelius. Na de laatste noot van het laatste deel, met die enorme drive, verzucht ik: dit mag nog jaren duren. Zo intens.

Als ik het goed heb, schreef Spinoza dat het volgen van morele keuzes een mens gelukkig maakt. Laat ik het verbreden tot politieke keuzes en ik ben het met Spinoza eens. Maar niet helemaal. Er is meer nodig voor geluk: vriendschap, liefde en voldoende inkomen om het te kunnen genieten. (Toch maar even zijn woorden opzoeken.)

“Geluk is niet de beloning van de deugd [dat is volgens Spinoza: "Goed handelen (dat wil zeggen, intelligent en autonoom) en dan blij zijn."] maar de deugd zelf, en we ondervinden geen vreugde omdat we onze zinnelijke verlangens verdringen, het is eerder omdat we de vreugde voelen, dat we deze verlangens kunnen beperken.” (Ethica V. 42)

De afgelopen week draaide ik in dat Spinoza-kringetje. Ik voel me rot, weet dat het medicijn inzet is, en merk steeds opnieuw dat het lichaam die kracht niet heeft. Me er bij neerleggen wil ik niet. Dat voelt als castratie van hoe ik de afgelopen decennia geleefd heb en daarvoor mijn opvoeding in kerk, op school en thuis heb begrepen. Ik blijf proberen en ontkennen dat ik niet kan.

Ik bemoei me tegen discussies aan zonder er zelf deel van te zijn. Een mening over:
* Joint Strike Fighter,
* een politieke houding die anti-politiek uitdraagt en daarmee zijn graf graaft,
* voor belastingen als specie van de samenleving,
* goed gefinancierde en geoutilleerde vluchtelingen opvang in de regio met doorverwijzing naar derde landen (bijna een VVD mening),
* oorlog in Syrië.
Soms zie ik mijn eigenwijze mening verwoord door anderen. Deze week vielen op Sigrid Kaag in Buitenhof, Staffan de Mistura op de Belgische TV (via Facebook), Bernie Sanders in the Nation, en Tahmina Akefi (die bij Pauw (17/9) eventjes onze neus op Westers falen in Afghanistan drukte, mede de reden waarom zij moest vluchten). Opvallend veel bewegend beeld (ik lees te weinig). Maar waar kras ik mijn sporen in steen. Word niet boos, organiseer je, is toch de kreet.

Me neerleggen bij de mogelijkheden wil ik niet. Die mogelijkheden blijken steeds weer te klein; ik wil meer. Dan is je wil te groot, zie ik anderen denken; of erger nog: stel je niet aan. Maar ergens moet je de diepere reden van bestaan uithalen. Ik kan niet met nog minder wil.

De route leidde vandaag naar Friesland. In Leeuwarden stapte ik op de trein. Onderweg op de dijk tussen Zurich en Harlingen regende het, toch mocht dat stukje nog jaren duren. Zo mooi.


Mechaniek

Vinger in de dijk,
voet op losschietende tros,
lichaam op spartelende vis,
gevangen schaap in houtgreep

Uithoudingsvermogen,
grip, kracht, gewicht
zijn niet onuitputtelijk
zijn niet zonder inzet.
Bij verslappen beweegt
wat werd gestopt.

Remmende duim op
aflopende kabel.
geen heisa over hitte.
Met zo'n mechaniek
wordt pijn geremd.
Soms schiet het los;
verloren discipline.
Foto: pont over de Bergsche Maas
tussen Herpt en Bern, 11 juni 2011. 

De foto's kan je aanklikken voor een grotere versie ervan.

vrijdag 11 september 2015

Golven


schelpjes

Vandaag is mijn hoofd leeg. Het lijf heeft geen zin te bewegen. De fiets staat in de kelder te wachten. De zon schijnt en morgen gaat het regenen.

Dat ik meer wil dan ik kan, maakt me somber en houdt me nu thuis, terwijl ik daar niets presteer. Dat is zo paradoxaal dat het bijna grappig wordt.

Die letters hierboven jagen me toch het zadel en de zon in. Als ik terug kom plak ik er nog een paar zinnen achter om te zeggen hoe het was.

Ik zie de golven de schelpjes overspoelen. Ze gaan er door glimmen. De golf rolt terug naar waar hij vandaan komt. Een nieuwe golf rolt aan. Dat was het.

Eerder deze dag verscheen een andere tekst van mijn hand.

De groep

De groep in
weten wat je wel
en wat je niet
wilt zeggen

De groep in
je bent een deel
van het geheel
dat is veilig

De groep in
Ook als het van veel
weer eentje
minder wordt

De groep in
kuddedier is ook de eigenwijs
door miljarden
jaren evolutie

De groep in
Maar even wil ik
niet dat hij weer
iets krimpt


Bij de foto: Het Jordaanoproer met vijf doden en 56 zwaargewonden, onder wie acht politieagenten en één marechaussee, wordt herdacht naast de Noorderkerk. Drie vrouwen verbeelden de solidariteit binnen de wijk. Door Sofie Hupkens, 1987.

De foto's kan je aanklikken voor een grotere versie ervan.

vrijdag 4 september 2015

Veiligheid


Wat 'n week

Wat een week. Militaire uitgaven schieten her-en-der de hoogte in onder verwijzing naar de gevaren van Rusland en China en om het nog wat aan te dikken die van IS. Dat is in Oost-Europa en het Japanse militarisme begint op stoom te komen. Deze week nam de zelfverdedigingsmacht het tweede vliegdekschip (voor verticaal opstijgende vliegtuigen) in dienst. Nog een dag of tien en dan zullen we horen hoeveel ons eigen leger erbij krijgt. Want ook hier is de trend omgebogen. En laten we reëel zijn West-Europa en Midden-Europa geven samen slechts drie keer zoveel uit aan het leger als Rusland.

Wat een week. Een vriendin van me kreeg deze week de opdracht om een foto te maken over veiligheid. We hadden het erover waar je aan zou kunnen denken. De lijst is schier eindeloos. We doen heel veel aan veiligheid. Soms schiet die zijn doel voorbij. Zoals in de alinea hierboven, of bij het betuttelende wegnemen van ieder gevaar in een speeltuin of een stukje braakliggend terrein. Maar er zijn reddingsboeien op de pont, de helm voor op je hoofd. Ik besloot vandaag zelf zes foto's met het thema veiligheid te maken.

Wat een week. De documentaire over de aanschaf van de Joint Strike Fighter kwam op televisie. Een film die Rob Boogert – een vredesactivist uit Den Haag – wel in beeld nam, maar niet aan het woord liet. Een film die een versimpeling van de werkelijkheid door SP-kamerlid van Velzen in Buitenhof liet horen, maar niet dat zij in de Tweede Kamer bijvoorbeeld al over 48 JSF's sprak terwijl anderen voor hetzelfde geld nog ergens in de tachtig zaten, om maar wat te noemen.
   Ik zag vooral militairen die hun straatje schoon mochten vegen. Een serie aantijgingen (niet bestand tegen bliksem, niet de oceaan over kunnen vliegen e.d.) werd als onkundigheid van de criticasters aangevoerd, maar de bronnen waren vaak deskundigen, de Amerikaanse rekenkamer (GAO) of zelfs het Pentagon. En het falen was nog niet verholpen jaren nadat de JSF's klaar hadden moeten zijn. Als zelfs piloten morren dan kan je dat toch niet als onkundigheid afdoen.
   We hebben de vliegtuigen nodig, want als we ze inzetten dan moeten we over het beste beschikken voor onze militairen, komt het sterkst naar voren uit de film. Dat heet een cirkelredenering. Want waarom zouden we ze inzetten? Wat ik zag was geen documentaire, maar een als 'botte bijl verhaal' vermomde propaganda film.

Wat een week. Ik keek weer naar de film die ik ik bijna dertig jaar geleden in de Amsterdamse Movies zag en me verpletterde, Los santos inocentes, van Mario Camus. De film gaat over het feodalisme onder Franco.
    Een mentaal gestoorde landarbeider weet zich niet te gedragen. Hij wast zijn handen met pies, hij poept waar hij kan hurken, hij stinkt en kent zijn plaats niet. Hij kan wel goed omgaan met het misvormde kind van zijn zus en met vogels (zoals een uil en kraai waar hij zielsveel van houdt). In al zijn viezigheid ga je hem mogen, met zijn kinderlijk lieve lach en onschuld.
   Zijn zwager kan zich wel aanpassen (hij kan zelfs een spoor volgen alsof hij jachthond is), maar dat leidt er wel toe dat hij zijn kinderen kwijt raakt. Die hebben genoeg van dit leven, dat doet denken aan 19e eeuwse pre-industriële onderdrukking, maar speelt in de jaren zestig. Ik werd weer kwaad. Wat een kracht in die film.

Wat een week. Een dag ging door een gevoel van misère en pijn de mist in. Dat sloopt. Ik schreef te weinig. Waarschijnlijk een laatste keer gezwommen in het buitenbad. Voor vertrek las ik dat de stroom vluchtelingen eigenlijk niet meer is dan een druppel op 500 miljoen inwoners van de EU. Vandaag stroomde regen over me heen, terwijl ik fietste en als ik thuis kom blijkt een kameraad te zijn gestorven, waar ik veel aan te danken heb.

De foto's kan je aanklikken voor een grotere versie ervan.