woensdag 28 december 2011

Thuis op de bank: The Little Drummer Boy (1968)



Vandaag zag ik Aaron, de jongen met zijn trommel terug. Het deuntje dat hij speelde zat in mijn hoofd en riep altijd een emotie van verdriet op. Waar ik het moest zoeken wist ik niet totdat een blogger erover schreef.Op dat moment wist ik waar het “pa rum pum pum pum, rum pum pum pum, rum pum pum pum” kon vinden.

De jongen maakte een onvergetelijke indruk op me. Als Aaron's familie is vermoord dan haat hij alle mensen en zijn enige vrienden zijn het lam Baabaa, de ezel Samson en de kameel Joshua. Het was alsof de serie tegenslagen in die televisiefilm als een honkbalknuppel ergens onder mijn borst binnendrong. Zo voelde ik die niet te hanteren emotie. Het moet tussen mijn zesde en negende geweest zijn dat ik hem zag. Ik zat op de bank in Maassluis.

Nu bekijk ik de film weer. Hij begint grappig met vrolijke dieren, maar al snel wordt hij spannend door een vagebond uit de woestijn. Tegen wil en dank gaat Aaron met deze Ben Haramad mee. Hij geeft een geweldig optreden met zijn trommel en dieren tijdens een verder floppende voorstelling in Jeruzalem. Trots ben ik op wat inmiddels mijn held is. Maar dan opeens wordt hij kwaad en scheldt het publiek uit. Lachen terwijl zijn vader en moeder vermoord zijn. Hoe durven ze. Ben Haramad is op zijn beurt kwaad op Aaron als ze door zijn scheldpartij de stad uitgejaagd worden. In die tijd liep ik zelf eenzaam door de buurt. Er was herkenning en daardoor sympathie voor Aaron, de jongen die zich niet aan wil passen aan de rest van de mensen. Hij had er geen reden meer toe.

Vanaf het moment dat hij in Bethlehem aankomt, met de sentimentele koorzang van die Wiener Sängerknaben op de achtergrond, gaan de rillingen nog steeds door mijn lijf. Het overrijden van het lam Baabaa door een Romeins voertuig, dat met onbehoorlijke snelheid door de smalle straten raast, is het hoogtepunt van alle tegenslagen. Toen kreeg ik als kind de beuk. Gelukkig komen er dan ook nog de mooie momenten. Een van de vrolijkste is dat Joshua de kameel terug gevonden wordt. Ook het lam geneest weer doordat Aaron zijn wraakzucht laat varen en de baby Jezus hem daarna genezing schenkt. Het loopt goed af. Dat maakt het even dragelijk.

Toch is de afdruk van die knuppel altijd blijven zitten Waarom? Het was niet het Christelijke element wat me er zo nadrukkelijk in meetrok. Die verhalen waren vrijwel dagelijkse kost: op school een bijbelverhaal; thuis een uit de vaalgele kinderbijbel; en op de zondagsschool weer een verhaal en een bijbels knutselwerk maken. De dwingend normerende boodschap dat je eerst moet geven voor je kan ontvangen, zal ik ook niet gezien hebben. Wat dan wel?

Indruk heeft gemaakt dat je zo gepakt kan worden als die jongen; een jongen die het heel moeilijk heeft en zijn ouders op een vreselijke manier is verloren. Toch zorgt hij goed voor zijn dieren en beleeft er ondanks alles plezier mee. Een jongen die zijn mannetje staat voor zover hij kan. Maar zelfs als hij uiteindelijk in Bethlehem komt – de geboorteplaats van de verlosser –, gaat het nog mis. Anderen zijn groter en sterker en kunnen je vriend overrijden. Dat is me denk ik altijd bijgebleven; die oneerlijkheid. Dan heb je een “pa rum pum pum pum, rum pum pum pum, rum pum pum pum” en een trommel nodig om je staande te houden. De wereld is gemeen dat wist ik toen opeens en ik kon er niet over praten.


(13 oktober 2009, aangepast 17 december 2010)

donderdag 22 december 2011

Parfait

Lekkerder ijs ken ik niet. Het cholesterol voel je wel aan je aders plakken. Maar als je snel na de maaltijd in beweging komt heb je daar weinig last van. Het recept kreeg ik eind jaren zeventig tijdens mijn koksopleiding. De inkt is bijna weggebleekt en -gevlekt. Er is een kleine verandering; de honderd gram suiker is negentig geworden.


Parfait
Alles goed schoon. Bijna iedere bacterie wordt blij van dit gerecht en schuift graag aan.

Recept voor 4-5 personen
30-50 minuten + 8 uur

Ingrediënten:
- 2 eidooiers en 1 ei
- 2 dl slagroom
- 90 gram suiker
- Smaakstof (bijvoorbeeld eenvoudig maar lekker vanille suiker. Andere smaken kunnen ook: gepureerd vers fruit, kleine stukjes chocolade of noot kunnen ook (producten met veel water worden keihard).


Bereidingswijze:

1) De slagroom (geen suiker) kloppen tussen stijf en traag vloeibaar in.
2) In de koelkast zetten.
3) Eieren en suiker au bain marie (in een pannetje heet water) tot een stevige, gladde en luchtige massa (appareil) slaan/kloppen/mixeren.
4) Deze appareil vervolgens buiten de pan koud kloppen.
5) De slagroom en smaakstof er door spatelen (niet roeren of kloppen dan verlies je luchtigheid).
6) In voorgekoelde vorm storten.
7) Vriezen +/- 8 uur.

Je kan de parfait dan kaal opdienen of hem versieren met een sauce, vruchten, chocolade etc. Mijn traditionele kerstspecial is:

1) het ijs aankleden met een dunne laag cake (kopen of bakken),
2) hierover stijf gekopte eiwitten (met suiker mixen mixen mixen),
3) bovenin een halve eierschaal in het eiswit stoppen,
4) dit met de hobbybrander bruin branden,
5) eierdopje vullen met gedistilleerd,
6) lichten uit,
7) de drank verwarmen met brander aansteken en zachtjes schudden zodat de blauwe vlammen langs de omelet Vesuvius naar beneden zakken.

De laatste keer werd het parfait met frambozen, lichi’s en mandarijn. Simpeler maar ook lekker.

Voor de niet-suikereters wordt het een experimentele pudding. Dat recept krijgt u nog als hij geslaagd is. (Nu maar hopen dat de familie niet meeleest.)

Eet smakelijk en prettige dagen. Hoe dan ook.

maandag 19 december 2011

Spiegelingen








Vandaag rijd ik de tienduizend kilometer voor dit jaar vol; ruim voor de jaarwisseling. Er hangen buien in de lucht. Hagel ratelt op de Fast Ferry als ik onderweg ben naar mijn startpunt in IJmuiden. Later zie ik de stenen liggen in de duinen.

Mijn hoofd besluit zelf er niet een eindejaarstochtje van te maken, maar ervaringen uit de laatste vier jaar aan elkaar te breien. Zo vreemd is dat niet. In die jaren heb ik de route veel gereden. Het eerste jaar rekende ik er af met een deel van mijn woede door het uit te schreeuwen. Later maakte ik er foto's van de tanksloot. Ze behoren nog steeds tot de mooiste die ik met mijn mobieltje maakte. Mijn gebrekkige verhouding tot werk negeert mijn denkende hoofd. Ook dat mijn lijf steeds STOP roept als ik weer begin, wordt niet meegenomen. Maar je kan niet alles aanpakken op zo'n ritje.

Het is immers ook mooi dat ik de stinkzwam nu meteen herken. Ik loop er het bos voor in als ik hem ver naast het fietspad zie hangen. Wat ook nieuw is, zijn de nieuwe snelwegen die mijn route doorkruisen en de prijs van de veerboot die in dezelfde periode bijna drie keer zo hoog is geworden. Dat is minder mooi. Maar er zijn ook de luchten met altijd andere vormen en kleuren. Er is het strand, dat altijd in de route wordt opgenomen. Ook als dat een klein stukje om is.

Twintig á vijfentwintig keer reed ik dit stuk en het is telkens anders. Het lijkt bijna een wet: hoe meer je herkent, hoe meer er ook nieuw is (ook in dezelfde tijd van het jaar). Vorig jaar lag er ijs op het water van het Vogelmeer. Nu maakt de zachte regen kringen op het water.




vrijdag 9 december 2011

Rotdag








weggezwommen

Pijn in de benen en voeten, daar werd ik mee wakker; niets bijzonders. Het is iedere dag zo, maar vandaag had ik er geen zin in. Soms heb je dat. Dan is het even meer dan genoeg. Slapen helpt, maar ik was wakker. Blijven liggen maakt 't erger. Dat de week ook al niet naar mijn zin is verlopen, maakt het niet beter. Afleiding heb ik nodig. Goed dat ik vandaag ga fietsen.

Mopperend en scheldend op alles zit ik in het zadel; mensen met wie ik werk, ikzelf, mijn mogelijkheden, het leven, alles moet het ontgelden. Als dan ook een mooi stuk fietspad dat dit jaar open ging tot maart is afgesloten vanwege de rust – de A1 loopt er nota bene pal langs – van kuif- en tafeleenden, dan ben ik zo boos dat het weer grappig wordt. Niet langs het IJmeer, maar wel langs de andere kant van Muiden Chemie. Het logo van de investeringsmaatschappij KNSF (KNSF stond voor Koninklijke Nederlandse Springstoffen fabrieken) glimt aan de gevel.

Als ik uren later aankom in Zwolle merk ik dat ik mijn boosheid ben vergeten. De eenden (waarvan ik er massa's zag op Zoom- en Veluwemeer) zwommen voor de passerende auto's niet weg, voor mij wel. Het verbod bij Muiden klopte dus wel. Er zijn wolken in alle kleuren grijs – en toch maar een enkele spat – en blauw, koper en goud. De vestingpoort van Elburg is gesloten, maar dat is niet erg, want er is een feestje. Daarna rijd ik met de bijna volle maan recht voor me de restjes narigheid van me af. De reden dat deze week een rotweek werd, daar sta ik later wel bij stil.

Je kan de foto's in dit blog aanklikken voor een grotere versie.






woensdag 30 november 2011

Vreugde








kijken

“De vreugde van het kijken is,” las ik onder een foto op het internet, "een groot genoegen om altijd mee te dragen," Daar kan ik me wel wat bij voorstellen. Dat plezier wordt dan ook nog eens versterkt door het precies kijken dat nodig is om te kunnen fotografgeren. Als kers op de taart kan je door de foto's beelden ook gemakkelijker weer ophalen. Met gedachten daaraan fiets ik naar de pont in Buitenhuizen. Als ik een jonge meeuw dood naast de weg zie liggen, mengen die gedachten zich met donkerder beelden.

Goed kijken is lang niet altijd een plezier. Dat is zo tijdens het fietsen, maar zeker in het algemeen zo. Het wringen van twee ideeën, het lelijke niet willen negeren en het mooie wel willen zien, vult een tijdje mijn hoofd. De uitweg die ik vind is een paralel met het aforisme 'het goede behouden, het slechte bestrijden.' Het één kan naast het ander bestaan. Voor de in de spreuk bepleitte aanpak is het zelfs een must om voor beide de ogen open te houden. Zo fiets ik weer verder.

Je kan de foto's in dit blog aanklikken voor een grotere versie.




donderdag 24 november 2011

Rooskleurig








kijken

“Het stuk duin tussen Zandvoort en Noordwijk fiets ik nooit,” zei onlangs een oudere man tegen me. Hij vond het saai. Als ik mijn best doe dan snap ik wat hij bedoelt. Er zijn nauwelijks bomen en struiken. Er is een lang fietspad en geen zijwegen. Maar de ruimte is enorm en is altijd wel een plantje dat opvalt. Soms zie je een edelhert staan, hoog op een duin.

Geen zin in gezeik. Trein naar Den Haag een kwartier vertraging: langer de tijd om te lezen. Gewoon genieten: dwars door de stad naar de kust; visje in Katwijk; zelfs de mooie vierkante vuurtoren van Noordwijk bekeek ik weer uitgebreid; zon in zee bij Zandvoort; en even genieten van Occupy in Haarlem; en een andere route om een wegopbreking te omzeilen, maar ik reed me in Halfweg pardoes klem in een andere. Dan maar via Zwanenburg. Doe ik nog eens als het licht is.

Zelfs de lelijke dingen zijn mooi als je het wilt zien. Als ik de lelijkheid er in maar blijf herkennen..

Je kan de foto's in dit blog aanklikken voor een grotere versie.




zaterdag 19 november 2011

Alleen maar








mooi

Op weg naar opgeborgenpapier rijd ik door de mist. Af en toe laat de zon zich zien als een ronde fletse witte schijf. Het gebeurd niet vaak dat je tegen de zon kan inkijken. Nu wel. In de sloot zoeken een witte en een blauwe reiger naar een hap. Via de Amstel wordt het noordzuidlijnslib afgevoerd.

Aan de rand van de stad maken afwisselend steen, golfplaat en glas de gevels waarachter commerciële bedrijvigheid heerst. Dan zie ik bij een viaduct een geïmproviseerde fontein; gemaakt van pallets en een slang die water af moet voeren. De installatie heeft geen nut. Heerlijk.

Je kan de foto's in dit blog aanklikken voor een grotere versie.




woensdag 16 november 2011

Dwaaldenken












Voor ik vertrek schrijf ik drie punten op waarover ik wil nadenken onderweg. Maar als ik begin te trappen schieten mijn gedachten alle kanten op. Gericht denken is niet gemakkelijk als de bitterzoete geur van cacao in je neus waait, valkjes en buizerds niet ver van je vandaan op lantaarns of in bomen zitten. Ik zie voor het eerst deze winter een bevroren sloot en ook nog kieviten in de wei.

En ik zie een waterral (het is dat het me verteld wordt door een vogelaar anders zou ik hem wel gezien hebben, maar het niet weten). Afgelopen winter is de hele populatie opgegeten door een vos, vertelt hij. De vos ging over het ijs naar het riet. Weg rallen. Nu zijn er weer vijf. Kijken of die de winter doorkomen. De zaagbekken en brilduikers, die er ook zitten, zie ik niet. Die zwemmen achter in de plas. Daar heb je een kijker voor nodig.

Ondanks het dwaaldenken over van alles en nog wat, heb ik ook gericht gedacht over wat me bezig zou moeten houden. Ik bedacht me zelfs op die fiets dat er grote samenhang is tussen de verschillende vragen die ik me bij de start stelde, zoals er is bij een boom - om een afgezaagd cliché te gebruiken - tussen wortels, takken en vruchten. Op de boot terug bekijk ik de schepen die voorbij varen.









vrijdag 11 november 2011

Fever









11-11-11

Met het liedje Fever in mijn hoofd ga ik op pad. Alleen en vrolijk op de fiets. Langs het pad staan op de zachte bosgrond overal paddestoelen. De beuken zijn rood tot goud verkleurd. Op de grond ligt een tapijt van roodbruine blaadjes.

Als ik zou stoppen voor alles wat mooi is dan zou ik niet erg opschieten. Soms een korte stop voor wat plaatjes en dan weer verder. Lekker naar huis.




vrijdag 4 november 2011

Miezer









Daadkracht

Het is een warme herfstdag. De regen miezert zachtjes uit grijze wolken. Toch word ik natter van het zweet dan van de regen. Het zal wel komen door het trappen, maar mijn hoofd werkt ook op volle toeren. Voordat ik in Heemskerk ben zijn al vijf onderwerpen langs gekomen waarmee ik me bezig zou moeten houden. Aan ideeën ontbreekt het me niet, wel aan daadkracht. "Ga toch twintig uur werken. Je kan niet meer," zei mijn vriendin vanmorgen nog. Het blijft wennen.