dinsdag 12 februari 2013

De broek


Het was bezoekuur. In de zomer van 1989 zat ik in de halfopen penitentiaire inrichting in Heerhugowaard een straf uit voor niet betaalde boetes. Ik was over hekken en in militaire masten geklommen, had het gaaswerk bij de toekomstige kernwapenbasis in Woensdrecht kapot gemaakt, poorten van militaire bases geblokkeerd etc. Mijn vriendin en een vriend kwamen op bezoek.

Hij, een Iraniër met bajes ervaring in zijn moederland voor activiteiten tegen het regime, had kleren voor me meegenomen: een paar witte sokken, een poloshirt en een bruine broek. In een gevangenis moet je er netjes uitzien, zo was zijn mening. En destijds liep ik er nog minder vaak dan nu netjes bij.

De periode werd plotseling verlengd met nog meer gevonden boetes voor nog meer acties. Mijn vakantie naar Schotland dreigde hier al in het water te vallen. Schoonfamilie en mensen uit de Nassaukerk - waar ik lid van was geweest - betaalden toen voor de overtredingen en ik kwam vrij.

Later wilde men me weer arresteren. Juist op het moment dat ik Russische oorlogsschepen in de haven van Amsterdam wilde gaan bekladden. Ik dook onder en nam een advocaat in de arm. Mr. Joop Seegers is inmiddels overleden. Hij nam alle procesverbalen door. Kwam erachter dat mij ook overtredingen van anderen was aangewreven en men me weer vast wilde zetten voor boetes die ik al had uitgezeten. Hij vroeg de rechter in Breda om  uitsluitsel. Die zag ook dat er een puinhoop van was gemaakt en seponeerde alle boetes.

De broek gebruikte ik inmiddels voor nette gelegenheden. Hij versleet niet erg. Ik stopte kort daarna met actievoeren en ging me toeleggen op studeren en schrijven. Met evenveel passie, maar minder lichaamsbeweging. Geen wandelingen door bossen met militaire bases, geen klim- en klauterpartijen en zwaar buitenleven meer. Ik zat achter een grote elektrische typemachine en schreef artikelen, notulen en strategiestukken. Later kwamen daar de boekhoofdstukken bij. Voor sporten had ik geen tijd meer.

Na een poosje paste ik niet meer in de broek. Ik was corpulent, dat woord werd destijds meer gebruikt dan tegenwoordig. Toen sprak nog niemand van obesitas of ik pikte dat niet op. De broek ging in de kast en pas ruim een jaar geleden kwam hij daar weer uit. Afgevallen en wel paste ik hem weer. Nu is hij na vierentwintig jaar versleten en gaat nog een tweede leven in als korte broek. Maar daarvoor moet hij nog even wachten op beter weer.

Geen opmerkingen: