Normaal fiets er ik langs. Hooguit kijk ik even en zie een schietterein, wat kantoren, windmolens en een reactor. Het is Petten. Daar staat de tweede kerncentrale van ons land. Over de bomen heen kan ik het reactorvat zien staan. Vreemd, maar tijdens het kijken voel ik me een halve spion, alsof ik iets doe wat niet mag.
De kust is niet alleen mooi, maar ook een vergaarbak voor militaire installaties, strategische industrie, onderzoeksinstituten en kazernes. Dat is ook op deze tocht duidelijk. De route loopt meteen langs de radaropstelling bij Fort Erfprins. Ik zie het woord Signaal op een van de radars staan en krijg een beeld van de Nederlandse bijdrage aan het raketschild. Een deel van die testopstelling zette de Japanse marine eens op een schip om de militaire technologie in de Japanse Zee te proberen. Natuurlijk koos Japan uiteindelijk toch Amerikaans.
Japan! Op mijn weg naar Den Helder las ik de Volkskrant. Het ging over mensen die 'verbrand' zijn door de straling. Het zijn de schlemielen van de moderne tijd; mensen die hun leven kwijt zijn aan de vooruitgang. Ik zie een toeristisch bord bij de Hondsbossche Zeewering. 'Het schoonste stukje Nederland,' staat erop. Wie goed kijkt ziet de centrale op de achtergrond. De deeltjes uit Japan zijn ook hier gemeten, maar niet schadelijk. Bij ons is alles gelukkig veiliger.
Ik moet denken aan de mariniers die jaren geleden bij Petten
binnendrongen. Ik moet denken aan de
klokkenluider die zijn baan verloor, omdat hij misstanden binnen de centrale naar buiten bracht. Ik moet denken aan de
deskundigen die er werken en afhankelijk zijn van de atoomenergie en op TV nu hun zegje doen. Die het het verkopen als een schone energie vorm – met
wat nadelen – om het klimaat niet verder te belasten. Ach dat denken.
De ruige zwarte koeien, de Kyloe of
Black Cattle (van oorsprong uit de Westelijke hooglanden) die voor de centrale staan, geven het geheel iets rustieks. Het is alsof de gebouwen echt passen in de duinen. En misschien is dat ook wel zo. Misschien is het uitsluitend door mijn kijk dat ik de schoonheid vermengd zie met een nare realiteit van wapens, atoomtroep en oorlogsvoorbereiding. Om het toch goed te bekijken stap ik af en loop het duin op. Daar zette ik zo'n mooie zwarte op de foto met een flard reactorvat.
Het is niet ver van Schoorl waar een bosbrand kort geleden de duinen teisterde. Van de brand is steeds minder te zien. Wat hooglanders erop en er komt heide op wat zwartgeblakerd was. Bij de plek waar nu nieuwe natuur wordt aangelegd, kom ik pas nadat ik de strandvonder-die-er-niet-meer-is ben gepasseerd.
De vorige keer stonden alleen zijn voeten er nog. Nu is hij helemaal verdwenen. Simon Gutker de romanticus die de romantiek van het jutten moest bestrijden. Hij is zelf gevonden: half afgezaagd en nog net niet gejut. Zijn voeten zullen wel weer vastgesmeed worden aan zijn lijf en dan staat hij weer als vanouds op de zeewering. Zo mijmerend fiets ik de Schoorlse duinen door.
Na Egmond aan de Hoef is de grond kobaltblauw gekleurd door een massa kleine bloemetjes,
sneeuwroem. Vermoedelijk ooit gepland. Nu zijn ze verwilderd en verspreid door mieren. Het is gemakkelijk om tijdens zo'n tocht te vergeten wat er in de kranten staat en alleen het mooie te zien. Het gezang van de vogels, de wind in de bomen en het geruis van de zee, ze zijn er en vermengen zich met de aanwezigheid van de Staat die zijn eigen belangen verdedigt en bewaakt. Soms naadloos. Soms kortzichtig.
foto's tijdens fietstocht 25 maart 2011