zaterdag 25 januari 2014

Witte wolken










& snert


De rook gaat recht omhoog. Het is de stoom van vuilverbranding en energiecentrale. De zon schijnt en beelden spiegelen op het water alsof de wolken op de grond liggen en er van alles twee zijn. Het is schone schijn.

Niet veel later zal ik door een wolk fietsen; nat en zonder vergezichten. In die grijze wereld kom ik alleen even een zwartgat van somberheid tegen dat me op wil slokken. Ik eet het weg met een hap snert in de Woeste Hoogte. De wolken waren opgetrokken.








zaterdag 11 januari 2014

Lezen



Moetje
In de kerstvakantie las ik vier boeken uit. In het eerste was ik al maanden bezig. Het tweede was net genoeg voor een flinke avond en voor de volgende twee boeken zat ik in de leesmodus. Bovendien leefde ik vier dagen zonder TV. Ik had de boeken uit voordat ik het wist. Nu weer over naar de normale routine. Dat betekent vrijdag fietsen; vandaag naar Den Helder. Maar wel blijven lezen. Dat doet goed.

Het begon met Never let a serious crisis go to waste (Verso, 2013) van Philip Mirowski. Een boek geschreven in waarschijnlijk heel mooi Engels, maar ook net niet te behappen voor mij. Maar ik ben een doorbijter. Wat is neoliberisme? Waar komt het vandaan? Hoe wordt het ons door de strot geduwd? En waarom blijft het dominante ideologie, terwijl het falen ervan overduidelijk zichtbaar is? De laatste drie pagina's vatten het boek samen. Het is niet moeilijk om pagina's vol te schrijven over dit boek. Dat doe ik (nu) niet, maar mij heeft het doordrongen van de kracht van het neoliberalisme en laten zien dat van alles markt wordt gemaakt. Behalve de pont over het Noordzeekanaal, die is als resultaat van strijd tussen bevolking van Noord-Holland en Koning voor de aanleg van het Noordzeekanaal nog steeds gratis.


Daarna pakte ik een boekje dat in het huis slingerde. Het was voor 50 cent gekocht in een kringloopwinkel: Dzjamilja (De Geus, 1990) door Tsjiniz Ajtmatov uit Kirgizistan. Liefde op de vlaktes van Kirgizië in tijden van de oorlog tegen de nazi's. Een gewonde soldaat zingt betoverend en weekt daarmee Dzjamilja los uit een zakelijk huwelijk zonder kraak en met alleen een bittere smaak.

Het Rode Huis (Contact, 2012) van Mark Haddon had ik van sinterklaas gekregen. De schrijver is een favoriet van me. Hij treft de relaties tussen mensen prettig met details die er toe doen. Waar en waarom dat doet er verder niet zo toe. Hier zijn een broer en zus met echtgenoot en kinderen op vakantie in een groot huis in Wales, ver van de bewoonde wereld. Ze kennen elkaar niet meer. Het levert een onderhoudend en leerzaam verhaal.

Er was nog tijd voor nog een boek. Het nieuwe land (Balans, 2013) door Eva Vriend. Eerst spijkerde het me bij over de geschiedenis van de inpoldering. Met name de proefpolder bij Andijk zat niet in mijn systeem. Daarna kwamen Wieringen, de Afsluitdijk, de Noordoostpolder, Oostelijk Flevoland en Zuidelijk Flevoland. Het boek gaat niet alleen over de selectie van boeren voor de goede grond (van vooral de Noordoostpolder). Het gaat ook over het verschil in status tussen boeren met 12, 24 of 48 ha. Ook over hun vrijheidsdrang, de trots en de arrogantie en de gekweldheid van hen die geen grond kregen. Het boek beschrijft een megaproject in het Nederland van de vorige eeuw. De redactie had wel een pagina of veertig herhalingen weg kunnen strepen. Maar het is een boek dat je moet lezen.

Bovendien een mooie opmaat naar een volgend boek Scattered Sand door Hsiao-Hung Pai (Verso, 2013). Daaraan begin ik na de vakantie. Het gaat over een nog groter project: de omvorming van China van een agrarische samenleving naar een industriële. Een project dat leidt tot 200 miljoen mensen die het platteland ontvluchten en vaak leven in miserabele omstandigheden in het Wild West kapitalisme van het huidige China. Maar dat boek heb ik nog niet uit. Maar dat zal niet lang duren. Het is informatief, betrokken en goed geschreven. Na mijn fietstocht van Amsterdam naar Den helder schrijf ik dit blog in de trein en lees daar ook nog een stukje in het boek van Pai.








vrijdag 3 januari 2014

Spelletjes




Onaangepast

In mijn droom zie ik een mooie grote bos bloemen voor het grijpen, maar voordat ik hem kan pakken valt er een aantal sigaren (lisdodde) voor me neer. “Past mooi in het boeket,” denk ik.

Ook kwam er een man in mijn dromen die ik ruim twee decennia geleden voor het eerst tegenkwam: “Met mensen als jij komt de revolutie snel,” zei hij tegen me. Het was een opmerking om mij erkenning te geven en die tegelijk neerbuigend was. De man speelde een rol.

Vanmiddag - tijdens een stop bij het Nuldernauw - moest ik weer weer aan hem denken. Waarom niet gewoon meegespeeld: “Bedankt, als ik mijn bijdrage kan leveren doe ik dat graag.” Het was ook zo en het zou mijn positie niet geschaad hebben.

Vijftien jaar later kwam ik hem weer tegen. Ik probeerde hem in verlegenheid te brengen. Ik had nog steeds geen gevoel voor verhoudingen; hij was mijn meerdere. Dwarsheid? Zou ik het nu vijf jaar later anders doen? Geen idee. Ik weet dat ik de rollen niet om kan draaien, maar soms komt vanonder onaangepastheid wel het stof naar boven. Ik ben bang dat ik het nog steeds niet kan laten. Ik hou niet van spelletjes.

Vreemd zo'n ontmoeting en van die vallende sigaren. Verder gaan door zonneschijn, wind en regen.

Je kan de foto's aanklikken voor een grotere versie. Bovendien krijg je soms informatie als je er met de muis op gaat staan.






When the revolution comes
When the revolution comes
When the revolution comes some of us will probably catch it on TV, with chicken hanging from our mouths. You'll know its revolution cause there won't be no commercials
When the revolution comes

When the revolution comes
Preacher pimps are gonna split the scene with the communion wine stuck in their back pockets
Faggots won’t be so funny then and all the junkies will quit their noddin’ and wake up When the revolution comes

When the revolution comes
Transit cops will be crushed by the trains after losing their guns and blood will run through the streets of Harlem drowning anything without substance
When the revolution comes

When the revolution comes
When the revolution comes
Our pearly white teeth froth the mouths that speak of revolution without reverence
The cost of revolution is 360 degrees understand the cycle that never ends
Understand the beginning to be the end and nothing is in between but space and time that I make or you make to relate or not to relate to the world outside my mind your mind. Speak not of revolution until you are willing to eat rats to survive

When the revolution comes
When the revolution comes
When the revolution comes; guns and rifles will be taking the place of poems and essays. Black cultural centers will forts supplying the revolutionaries with food and arms when the revolution comes

When the revolution comes
White death will froth the walls of museums and churches breaking the lies that enslaved our mothers when the revolution comes

When the revolution comes
Jesus Christ is gonna be standing on the corner of Lennox Ave and 125th St trying to catch the first gypsy cab out of Harlem, when the revolution comes

When the revolution comes
Jew merchants will give away motza balls and gifilka fish to anyone they see with afros. Frank Shieffin will give away the Apollo to the first person he sees wearing a blue dashiki, when the revolution comes

When the revolution comes afros gone be trying to straighten their heads and straightened heads gone be tryin to wear afros

When the revolution comes
When the revolution comes
When the revolution comes
But until then you know and I know niggers will party and bullshit and party and bullshit and party and bullshit and party and bullshit and party...

Some might even die before the revolution comes