’s Middags doe ik andere dingen. Pas om zes uur heb ik tijd weer naar het kaartjesbespreekbureau te bellen. Voordat ik iemand aan de lijn krijg vertelt een antwoordapparaat me al dat de kaartjes uitverkocht zijn. Daarna komt er een reeks huishoudelijke mededelingen, een cooling down voor opgewonden mensen. Dan pas krijg ik een levend mens. “Ik weet al dat …,” zo begin ik. En met “… maar wat nu?” vervolg ik. “Komt u om half acht naar de kassa van Frascati in de Nes,” is het advies.
Ik moet nog koken (rouweandijviestampot met paranoten), nog eten en nog fietsen. Om vijf voor halfacht zet ik toch mijn fiets neer en moet iemand die dat sneller kan voorlaten. Er staan al ruim twintig mensen te wachten. En er komen er steeds meer bij, daar voor dat zware ijzeren hek. We kunnen binnen drie mensen zien die bij de kassa staan te rommelen. “Het stuk is al begonnen,” stelt een wachtende. Wij zijn de spelers. Mensen fietsten vlak achter ons langs. Als voetbalsupporters werden we na half acht binnen gelaten.
De man achter de kassa adviseert ongeveer in volgorde van aankomst te gaan staan. We krijgen allemaal een briefje met een volgnummer. Net als bij de slager. De oudere vrouw die sneller dan ik haar fiets op slot kan zetten, schuift nog een paar plaatsen naar voren op, zodat ze meer kans heeft. “Komt u om tien voor half negen terug. Dan worden de niet afgehaalde kaartjes verdeeld. Om half negen tellen we dan nog de lege stoelen en die worden dan ook nog verdeeld.” Het lijkt verdorrie wel of het over vliegtuigstoelen gaat.
In de Brakke Grond drink ik tot die tijd een Orval en lees de NRC-Next van de dag ervoor. Als ik terug kom zie ik de vrouw al staan waarmee ik afgesproken heb. Ik leg haar de procedure uit en ze kijkt me aan en lijkt zich even af te vragen wat ze er van vindt. Ik geniet. Het gaat hier om kaartjes voor een lang en serieus toneelstuk. Het is alsof het om een popconcert gaat.
Naast me staan twee dames in theaterlak, -poeder en -dress, die net te laat waren om hun kaartjes op te halen en nu ook op de wachtlijst staan. Ze mopperen dat het een vertoning is. Heel voorzichtig zeg ik: “Ja je zou bijna gaan denken dat het er bij hoort.” In zo’n rij kan je het beter gezellig houden.
Het is tien voor half negen. “Nummer 312?” roept de man. Daar gaan twee kaartjes. “Nummer 317?” Die zijn met zijn zessen. Ik heb nummer 322. De niet afgehaalde kaarten zijn op. Nu weer wachten op het stoelen tellen. “Nummer 319?” De eerste twee lege stoelen zijn bezet. Bij nummer 321 wordt overlegd. Wat ze zeggen hoor ik niet. Het is penibel, dat begrijp ik. 321 Krijgt zijn kaartjes. Ja wij zullen het ook wel redden. Inderdaad het lukt. Ik kijk niet eens meer om of er nog meer naar binnen mogen.
We zitten in een afgeladen zaal. Voor driekwart gevuld met 25-. We kunnen naar ‘Wachten op Godot’ door Toneelgroep Oostpool gaan kijken. Wat een mooi toneelstuk is dat en de uitvoering is zoals ik denk dat het moet. Het was het wachten waard. Bij deze korte bespreking wil ik het houden. Lees maar een recensie van een echte recensent als u/jij echt benieuwd bent.
Wachten op Godot from wiel on Vimeo.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten