Met kracht klinkt de klap
van zolen,
die met vaste tred,
de klinkers raken.
Zon in de rug
naar een nieuwe dag
over nog natte sporen,
van de nacht.
Verderop zie ik anderen nog net gaan
Ze stappen, rijden, duwen.
Zon in de ogen.
Richting land dat vaag zichtbaar is.
Onzichtbaar zijn de mensen
die blijven waar ze zijn;
de fiets geparkeerd,
tegen gevel of paal,
tevredenheid is hun doel.
Ze zien vanuit hun stoel
duizend gezichten van de dag.
De zon, hij staat hoog,
of laag zoals vandaag.
Altijd anders,
altijd anders,
altijd.
Zandkastelen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten