De zon schijnt buiten. Ik ben al vijf weken ziek thuis en ontbeer de energie om veel te doen. Ik lees geen krant en kijk geen nieuws. Wel doe ik ook aan sport. Dit om mijn lichaam sterker te maken. Naast zwemmen is dat al een half jaar lang steeds meer fietsen. Men zegt dat dit goed is voor mijn lijf en goed is voor mijn geest.
Er zitten zeker mooie kanten aan. Inmiddels weet ik dat op twee uur fietsen afstand van mijn huis meestal lepelaars foerageren langs de dijk tussen de Oostvaardersplassen en Markermeer. Ik zag een buizerd zijn prooi verscheuren, en een reiger een kikker inslikken. Ik herken inmiddels de vlucht van een specht, na die een aantal malen te hebben zien landen tegen een boom. Mooi stadjes scheur ik door. Ga langs prachtige gemalen. Binnen twee uur rijd je vanuit Amsterdam door heidegebieden, duinen, bossen, weideland, stadrecreatiegebieden, en plassen. Als je een beetje getraind bent en de tijd neemt, dan is vrijwel het hele land via de mooie Lange Fietsroutes bereikbaar.
Mij valt tijdens de tochten op dat de mensen die ik tegenkom minimaal een nieuwe Gazelle of-zoiets-fiets met versnellingen hebben en veelal zijn gekleed in strakke zwarte broek of speciale sportieve fietskledij. Zelf fiets ik op een oude Fongers uit 1948 die er niet uitziet, maar doet wat hij moet doen; mij verplaatsen als ik me inspan. Regelmatig hoor ik: “Wanneer stap je over op een racefiets met versnellingen?” Maar waarom zou ik iets dat werkt vervangen. Een mountainbike voor paadjes in de bossen, een racefiets als je ver en hard wilt en een stadsfiets die gejat kan worden en waarvoor je dan een nieuwe koopt. Zo hoort het toch. Het is meer dan fietsen, het is ook een lifestyle. (Die aftandse Fongers van mij overigens ook.)
Mooi en goed, maar terwijl ik me vermaak door te kijken naar grondeltjes op de boden van een beek die ik oversteek, draait de wereld gewoon door. Ik heb nauwelijks een idee wat er gebeurd in Zimbabwe of Iran. Mijn kwaadheid beperkt zich tot wegwerkzaamheden waardoor de fietsroute wordt belemmerd. Mijn nieuwsgierigheid gaat uit naar de piepers in het riet. Gewoonlijk heb ik drie of meer onderwerpen in mijn hoofd als ik een column moet schrijven en dan kies ik er één of maak een combinatie. Nu helemaal niets. De gedachten zijn eruit getrapt. Niets dat me van het hart moet, waar ik iets mee wil. De wereld lijkt ver weg.
Inmiddels kan ik me heel goed voorstellen dat je 32 uur of minder werkt, het huishouden runt of laat runnen en verder lekker op de fiets stapt en ’s avonds naar de film, of met vrienden naar een terras gaat. Je kan daar je leven van maken. Je realiseren dat Nederland in oorlog is en dat het opzetten van een tegenbeweging een lange adem en veel lef vereist of dat voor het helpen van de bevolking in Birma geen gemakkelijke oplossingen zijn, maar dat je structureel en met een lange termijn visie die ook rekening houdt met de bredere context iets moet doen, passen daar niet in. Laat dus maar.
Deze week kwam met donderend geraas en gedreun een F-16 over terwijl ik in Amerongen op een terras een kop soep met balletjes nam. Ze oefenen niet meer in het afwerpen van clusterbommen. Dat niet, dat mag niet meer, maar wel in het 500 pond staal en explosieven op een quala werpen, waar de opposing militant forces zich zogezegd achter de bevolking verbergen. Daar denk ik dan heel even aan tussen mijn medefietsers op het terras onder de kastanjeboom. Dan steekt hij toch de kop weer op, de vraag ‘wie heeft het lef duidelijk, eigenwijs en toch ook resultaat gericht wel moeilijk te doen, wel te organiseren’, want daar kan je ook je leven en lifestyle van maken.
Ik blijf toch nog even fietsen.
3 juli 2008
Geen opmerkingen:
Een reactie posten