Posts tonen met het label pijn. Alle posts tonen
Posts tonen met het label pijn. Alle posts tonen

zaterdag 25 oktober 2014

Vrijdagsmaal



IJszwemmen





Vanmorgen schopte ik me de dag weer in. Een paar uur later zat ik weer in het zadel. De eerste 30 km door de druilerige regen, 45 km droog en de laatste 10 door de miezer. Toen was ik bij mijn moeder en man. Ze zetten me een lekker vrijdagsmaal voor: gekookte aardappelen, worteltjes en vis. Mijn stukje schreef ik donderdag al in de studiezaal van het Amsterdams Stadsarchief (daar moest ik door een computerstoring eindeloos wachten op informatie):

Al een tijdje zwem ik minsten een keer per week in zee. Eerst fiets ik 26 km naar het strand en dan neem ik een duik. Voor de vaste lezers van Zandkastelen geen geheim. Daarna voel ik me lekker en van de pijn die me dagelijks kwelt heb ik voor even nog maar weinig last. Hoe zou dat toch komen?

In 2007 begon ik net iets meer dan te kwakkelen. Eén van de eerste diagnoses was chronish pijnsyndroon. Hoe men daar op kwam snap ik echt niet als ik de symptomen zie, maar ik ging naar een psychologe. Zij raadde me het lezen van het boek Pijn door Amanda Kluveld aan. Dat is een vreemd rommelig geschreven boek, maar ook een interessante tocht door het verschijnsel pijn hebben, pijn bestrijden en pijn opzoeken. Aan het begin van ieder hoofdstuk staat een persoonlijk cursiefje. Het zijn de mooiste stukjes van het boek; samenvattingen, gedachten bij en redenen voor de zoektocht. In een ervan komt een tante voor die zich met brandnetels slaat om de pijn te verdrijven. Komen we hier al wat dichterbij bij mijn zeezwemmen? Overigens bleek ik in de periode dat die therapie duurde twee kwalen te hebben: suikerziekte (meer dan duidelijk afleesbaar in bloedwaardes, niemand had ze bekeken) en vervolgens poly neuropathie. Voordat dit bekend was verloor ik ook nog mijn baan. Maar dat is al weer meer dan zes jaar geleden. De therapie veranderde door dit alles van karakter; ik leerde er beter door reflecteren.

Waar ik wel een broertje dood aan heb, zijn de ideeën dat je pijn als vriend moet beschouwen. Vooral binnen de mindfulness houden ze er soms nogal bizarre ideeën op na. Breng het bewustzijn naar de pijn. Of schep ruimte om de pijn. De therapieën gaan er veelal vanuit dat je de pijn niet je leven moet laten beheersen, daar is niets op tegen. Maar wat ze ook stellen is dat je pijn niet mag negeren. Waarom niet? Er bij stil staan maakt het in mijn geval niet beter en zorgt niet voor een beter leven en meer aandacht voor mijn werk. Nu ik dit stukje schrijf voel ik de pijn en dat is niet fijn, net zoals jeuk niet leuk is. Het kost een bak energie. Energie die ik toch al met moeite op peil houd. Als ik het toelaat gaat de pijn alles overheersen, terwijl ik hem nu goed onder controle heb. Op de fiets zoek ik de pijn op door lang en ver te trappen, maar ook gelijktijdig te genieten van de omgeving, prestatie en de endorfine die mijn hersenen beïnvloeden. Misschien zoek ik dat soort pijn ook wel met die duik. Dan laat ik de pijn toch een beetje mindful toe. Als ik het niet doe dan trek ik het niet.

In het boekje van Kluveld komen wel mensen die haken door het lijf slaan voor, maar ijszwemmers volgens mijn herinnering niet. Toch moet ik daar wel aan denken. Nu is de zee nog lang niet op winterwatertemperatuur waardoor organen zich sterken, het immuunsysteem zich verbetert en ook zal de griep er niet door geremd worden. Maar wel is er de kick van: dat doe ik toch maar mooi en de sensatie van het door zijn in te koud en krachtig water. Het geeft zelfvertrouwen als je zo'n 'prestatie' levert. Je stapt uit je gewone wereld in een bijzondere (alsof je even vakantie van je normale leven neemt). De afleiding is groot; je lichaam heeft wel iets anders te doen dan stil staan bij de pijn. Anderzijds, omdat je altijd met pijn leeft, maakt wat kou ook niet uit.

De foto's kan je aanklikken voor een grotere versie. De strand foto's zijn gemaakt op 22 oktober. De bosfoto's twee dagen later op de tocht naar mijn moeder.


dinsdag 9 april 2013

Gedichten

Voegen

Het huis waar ik woon:
aan alle kanten wordt gewerkt,
tegen de gevels voor en achter steigers,
de straat ligt open,
een boom is afgezaagd.

Het balkon wordt eerst glimmend
daarna grijs getjet
om betonrot te stoppen.
Mannen springen rond
daar waar normaal
alleen een plek zonder
toegang is.

De hobbelige weg
is ontdaan van keien.
Een graafmachine
piept als hij draait
en gromt als hij graaft;
de hele dag.
De stratenmaker zal nog
komen om in het zand
met kromme rug weer
stenen te leggen.

Mijn lijf kraakt. In de
voegen zit pijn. Een
pil stilt, maar stopt niet.

Tijd

Ik lees: de tijd die alles wat je lief-
hebt rooft en ooit vernielen zal.

Maar diezelfde tijd brengt mij
van de morgen met zijn ochtendpijn
naar de routine van de dag,
van de kwellingen van de avond
naar de slaap van de nacht
en uiteindelijk naar de rust
waarmee alle pijn vervliegt.

Het huis zal er nog staan.
De straat is een paar beurten verder.
De gekandelaberde boom
maakt ook dan nog ieder jaar
nieuwe blaadjes.

Martin Broek

Geciteerde tekst uit: 'Primarius,' opgenomen in de bundel 'Nieuws van Nergens,' Anna Enquest (Amsterdam/Antwerpen: De Arbeiderspers, 2010).

vrijdag 23 maart 2012

Feest










Leven


Op 16 november maakte ik nog een foto van een laatste kievit. Nu zijn de meeste al weken terug van hun overwintering in Zuidwest Europa. De mannetjes duikelen door de lucht alsof het leven een feest is. Ga tot de kievit gij schagrijn. (Spreuken 6) Gisteren zag ik iemand zo op haar werk, omdat ze vandaag op vakantie zou gaan.

Vorig jaar fietste ik een paar dagen later grote stukken van de route die ik ook vandaag reed. De bloemetjes die me toen opvielen (sneeuwroem), waren nu ook weer duidelijk zichtbaar. Laatst heb ik mijn hele blog eens doorgelezen. Ik was bang dat er een overdreven tobber aan het woord zou zijn. Dat valt mee. Wel een zoeker. Eén die stap-voor-stap verder komt. Ik ga vaker terugkijken naar mijn tochten van vorig jaar.

Van Jan de Stripman leerde ik dat je niet teveel te koop moet lopen met je narigheid. Dat stoot mensen af. Hoewel ik soms mensen toch moet wijzen op het feit dat ik liever zit dan sta. Als de pijn van mijn gezicht straalt zeg ik er liever toch maar wat over.

Maar vandaag geen getob over narigheid en schoonheid, zoals vorig jaar en zo vaak op dit blog ('t scheelt dat ik voor Petten naar huis keerde en dus ook Den Helder niet bereikte). Ik zag mooie natuur, een prachtige zee, een opa en oma met kleinkinderen op het strand. Ik voelde de zon op mijn huid.

Je kan de foto's in dit blog aanklikken voor een grotere versie.




zaterdag 14 januari 2012

Praatje








Weer

Het plan is om via de uiterwaarden naar mijn moeder en haar man in Ede te fietsen. De rivieren zijn overgelopen en zetten hekken en wilgen in het midden van enorme watervlaktes. Om dat te zien maak ik die omweg. Zo wordt het een tocht van ruim honderd kilometer.

Op de ochtend voor de tocht lees ik in een folder: “Probeer te genieten van de dingen die u nog wel kunt.” Het lijkt me een mooi motto voor vandaag op de fiets. Ik kijk om me heen en maak af en toe een foto. Als ik de buurt van Zeist weer op wil stappen - na het maken van een foto van een zwam op een stammetje -, wordt ik aangesproken: “Mijnheer heeft u iets moois gezien?” Na mijn antwoord word ik meteen gewezen op de Paddestoelenwerkgroep KNNV. Als ik zeg dat het een beetje ver is, weet het enthousiaste echtpaar ook in Amsterdam wel een afdeling. "Er zijn ook vakantieweken," gaat de vrouw door. In het voorbijgaan een plaatje maken daar kan ik van genieten, maar een club: nou nee.

***

Kort voor deze ontmoeting nam ik een kop paddestoelensoep in 't Bluk. Het gesprek kwam al snel op het weer en klimaat. Het lijkt inderdaad wel lente (na de herfstweken ervoor): de zon schijnt, het is warm en de vogels fluiten. Op de website van het KNMI las ik diezelfde morgen het laatste artikel over het natte en winderige weer van de afgelopen weken en de samenhang daarvan met de klimaatverandering. Het wordt gemiddeld warmer en er valt meer regen. Of de wind al dan niet gaat toenemen is minder duidelijk.

Er zijn verschillende elementen die de windkracht aanjagen. Een belangrijke is het temperatuur verschil tussen Noord en Zuid. Door de snellere opwarming wordt dat in de winter juist kleiner. Het KNMI ziet geen toename in windkracht, maar wijst wel op Duitse studies en van de Tweede Deltacommissie die wel iets degelijks zouden beweren. De Deltacommissie stelt overigens op pagina 115 dat: "er een tendens [is] naar vaker optredende (zuid-)westen winden, maar geen aanwijzingen voor meer of sterkere noordelijke winden. Winden vanuit het noorden veroorzaken de hoogste wateropzetten aan de Nederlandse kust." Wel een tendens, maar geen alarmbellen als het om wind gaat.

***

Binnen een maand wordt me al voor de tweede keer gevraagd hoe het komt dat ik kan fietsen. De eerste keer nadat ik ingestort was door het koken (verstandig zoveel mogelijk zittend op een stoel). “Maar je kan wel fietsen?” Allereerst brengt fietsen lucht in mijn hoofd. Ik kan weer even denken, recapituleren, me organiseren, plannen maken en van het leven genieten. Fietsen is vooral doorgaan, domme kracht gebruiken en je stuur recht houden; niets fijnzinnigs. Fietsen zelf is pijn lijden. Niet te erg, maar na een poosje gaan de dijen protesteren. De mooie beelden die ik daarbij onderweg tegenkom zou ik niet willen missen. Fietsen heeft meer voor- dan nadelen. Ik blijf er van genieten.