Een week later vertrok ik op de fiets naar De Meenthe bij Noordwolde. Ook de Meenthe is net als de Hallse Hull een camping van de Nivon. Een fikse Noordwester maakt een stevige tocht van de reis naar Friesland. Onderweg zie ik naast de Oostvaardersplassen een dode vos aan de kant van de weg liggen. Onder luid protest van toeterende auto's maak ik een foto van het dier. Mijn compactcamera stelt niet meer scherp na een val van mijn bureau. Dat weet ik dan nog niet, omdat ik vrijwel altijd de zoeker gebruik. Na Urk rij ik tussen eindeloze akkers door met in bloei staande aardappels, geurende kool, (inderdaad) wuivende halmen en groen bietenloof. Eindeloos, tot Kuinre, het landschap van mijn jeugd in Dinteloord en Prinsenland, maar dan nog uitgestrekter en zonder dijken.
De Meenthe ligt aan het eind van een pad vol gaten. In het donker – en dat hartje zomer – kom ik aan. Door een vriendelijke vrouw wordt ik naar het trekkersveld gebracht. Het is pikdonker op de camping. Onderweg laat ze me de voorzieningen zien; koelkast, ruimte voor slecht weer, douches en toiletten. Die toiletgebouwen ademen een tijd van voordat ik geboren was. Dat is geen diskwalificatie maar juist stijlvol. Achter de deuren zijn ze modern. Een camping zonder overbodige franje, maar wel met alles wat je nodig hebt. Dat is niet zoveel. Je moet je eigen vermaak maken, het woord zegt het al (of je X-box meenemen). Mijn vermaak, de compactcamera, moet hersteld worden of vervangen; ik kan na een half jaar niet meer zonder.
Nog een klein stukje verder moet ik de volgende dag: naar Dwingeloo. Als jongen van een een jaar of vijftien á zestien ben ik er op kamp geweest met het Landelijk Christelijk Gereformeerd Jeugdwerk (LCGJ). Er was een groep uit Usquert, een andere groep uit Gaasterland en een groepje de rest, waar ik bij hoorde. Het kampgebouw De Marke ligt er nog steeds; midden in de bossen bij het Dwingelderveld. Als ik het pad op fiets waaraan het ligt, rijdt een stoet auto's de zandweg op. Ze gaan ook naar De Marke. Mensen op het terrein zijn druk. Ik schiet wat plaatjes. Het dagverblijf is gemoderniseerd. Er ligt nog een gebouw naast dat ik me niet kan herinneren. Maar sowieso komt er niet veel bij me boven: de kampband VLA, het kersenpitten spuwen, de lange tafels, dat ik een meisje afwees, omdat ik niet wist wat ik er mee moest. Een paar nieuwe herinneringen komen erbij. Er staan nu bijna geen fietsen, maar vooral veel auto's. Overal is meer.
Op naar de volgende plek. Het hoofddoel van deze reis. Onderweg pluk ik bloemen. Dat deed ik als kind al graag. Dat is nu nog steeds zo. Door het zoeken naar diverse soorten let ik goed op de berm. Afgestapt om een bloem af te snijden zie ik de vlinders en zweefvliegen die er fladderen, helikopteren of landen. De bloemen zijn voor Barbara die een tentoonstelling heeft in een tot galery omgedoopte paardenstal. In de tuin om de stal staan beelden, bomen, bloemen, een pipowagen, kunstwerken en rariteiten. In die tuin zet ik ook mijn tentje op. Tentoonstelling met kampeerplek, waar heb je dat? 's Avonds een vuurtje, wijn, aangenaam gezelschap, uitzicht op een glooiend natuurgebied aan de ene en een zeer kleurrijke zonsondergang aan de andere kant. Het was er prettig.
De volgende dag rijd ik met een omweg naar Beilen om de trein naar Amsterdam te nemen. Ik voel me een beetje als vroeger na een kamp. Moe en vol indrukken. Nieuwe indrukken. O ja de schilderijen: de mens anders en bijna tijdloos. Dit is ook franje, maar wel van een soort die de mens op de hak neemt en bevraagt. Zelfs zichzelf kijkt ze aan met een blik die ruimte zoekt en vragen stelt. Of is het gelatenheid? In een museum zou ik ervoor stil blijven staan.
6 opmerkingen:
Ha, ook langs Barbara gepasseerd ... :-)
Een mooi reisje (maar ook hier ontgaat de link me nog steeds naar mijn gedicht ... ;-))
Laten we het maar op 'andere frequentie' houden ?
;-)
Er zit een beetje dat vroeger was alles beter toontje in. Dat heb ik in me en heb ook moeite met de moderne tijd en de hebbedingetjes die daar bij horen. Ik ben een conservatief met progressieve trekjes. Die momenteel ook veel naar vroeger probeert te kijken. Dat zit allenaal in dit blog. (En nog wat meer ik ben geen verzuurde gevelpisser dat klopt.)
Ach ja het zal een kwestie van golflengte zijn. Ik hoorde al dat jij er ook was. Ik heb me buitengewoon goed vermaakt.
ja, was er inderdaad leuk, wij waren er met de openingsreceptie - onbekende avatars kregen er plots gezichten en menselijke vormen ... ;-)
by the way : geen gezeik, vroeger was het ook echt beter ! (sommige dingen dan toch ... ;-))
Bert ja dat denk ik wel. We hebben steeds meer nodig om te leven. Waarom eigenlijk? Dat is toch bizar?
"Zelfs zichzelf kijkt ze aan met een blik die ruimte zoekt en vragen stelt. Of is het gelatenheid?"
Nee, ik denk niet dat het gelatenheid is, maar het eerste: ruimte zoekend. Dat heb je mooi verwoord.
Dat tentje, dat lijkt nog heel ruim, dat het op je fiets paste!
Ik overwoog een caravan te kopen maar nu weet ik weer dat een tent toch wel avontuurlijker is, misschien dus nog maar een jaar in de tent.
-He, ik kan dus via wordpress reageren, dat is mooi-
appelvrouw De tent is onze gezinstent. Eén grote zak zou net kunnen, maar nee ik had zo'n laag tentje bij me.
In het schilderij zie ik ook die gelatenheid terug. Omdat niet helemaal duidelijk is hoe ze kijkt, wordt het voor mij mooi.
Een reactie posten