Omdat ik daar deze week heenging.
Licht
Als een concertina gaat de tijd heen en weer. Hij zuigt en fluit en fluit en blaast; krimpt en zet weer uit. Het gaat in dit boek om een u die i is: om licht, niet om lucht. Mottig is dat licht in de Staatsliedenbuurt. Zelfs de regen poetst het niet schoon. De hoofdpersoon loopt er door met zijn Simone. Hij zoekt in de Van Hogendorpstraat naar sporen van zijn moeder.
Het licht ligt tijdens die tocht over de blauwe letters van De Gruyter, niet plat maar bol. De winkelier zegt 'lekker weertje,' terwijl het zeikt van de regen. Ik zeg dat zijn winkel in een boek staat. Hij legde de letters bloot en vindt ze nu snel op de natte pagina. Aan de overkant verkoopt een man pannen en Marokkaans aardewerk. In zijn eigen pan zette de chirurg niet zo lang geleden de zaag.
De Van Limburgh Stirumwinkelstraat halen ze net niet, want Simone ziet het groene glimmende glazuur op de hoek van een portiek. Aan de overkant glimt het glazuur bruin. Door het licht kan je kijken. Als je wilt. Kijk zelf maar, nrs. 126 en 128. Simone die werkt voor een reiswinkel op de Overtoom. Werkt daar niet ook een fotografe van de Staatskrant? Want raar is waar en toeval is overal. Wat is boek? Wat werkelijkheid?
Voor de deur staat ze te wachten op de postbode collega van haar vader. Vader maakte haar wakker: 'Wil je het even gaan zeggen dat ik niet kan?' Hij is ziek. Het moet een uur of vier zijn en hartstikke donker en toch vindt ze de goede bochten en treden. Buiten is het lichter. De collega van haar vader zal zo wel komen.
De tocht eindigt en gaat niet onder de grijze schotten door naar dat laatste stukje Van Hogendorpstraat, in de noordoosthoek van de buurt. Dat moet hier wel genoemd worden. Daar begon toch de glorie van verlopen Koperen Knopen krotten naar vele tonnen voor een etage?
De krant ritselt. Waait door de straat. Valt in de bus of bij het oudpapier. Is bron van ergernissen. Brengt je naar filmhuis Cavia en de tandprotheticus. Hij blijft. Zelfs als hij verdwijnt. Komt jaren later tot verrassing onder het stof vandaan, het licht in. Wie kon zo'n mengeling van het absurde, het burgerlijke, de middenstand, de Ubbinks en Mo's, mopperkonten en glimlachers bij elkaar brengen in een een tijd dat zelfs het licht leek te verstrakken. Dat gaat niet uit. Hoe hard bekrompen bestuurders ook aan het koordje trekken.
Martin Broek
T. Schippers bedankt voor zijn Staatsliedenbuurt vleugen in Niet verder vertellen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten