vrijdag 13 januari 2012

krabben in het Noordzeekanaal


Als ik wacht op de pont die me naar de andere kant van het Noordzeekanaal brengt is er altijd wel wat zien. Het zijn voorbij varende schepen – vaak onder Liberiaanse vlag-, vogels, bloemen en mensen. Dit keer lagen er een paar schilden van krabben bij de pont van Buitenhuizen. Dat is nog zestien kilometer van de kust. Het ligt daarom niet voor de hand dat het de strandbuit van een meeuw is geweest.

Dat hoeft ook niet, want in het Noordzeekanaal leven ook strandkrabben. Oostelijk van het Centraal Station sporadisch, maar verder vrij algemeen. De strandkrab is niet het enige schaaldier dat er voorkomt. De Chinese Wolhandkrab – je weet wel uit de Thaise keuken – heeft zich nog veel breder rond Amsterdam verspreid. In 1985 was er sprake van een plaag. “Bij de sluisdeur in de Singel verzamelden zich overdag krabben die hier 's avonds tegenop klommen en de Nieuwendijk overstaken,” schrijven Martin Melchers en Geert Timmermans in Haring in het IJ.

Er komt nog een soort voor in het kanaal, het Zuiderzeekrabbetje. Het is een krabbetje dat in 1874 voor het eerst in Nederland gesignaleerd werd, in de Zuiderzee. Het is uit Noord-Amerika afkomstig. Het water van het IIsselmeer is te zoet geworden en daar is het verdwenen. In het zoutere water van het Noordzeekanaal en IJ komt het wel voor. Maar ook daar is het op zijn retour. Wel komen er steeds meer Blauwe zwemkrabben voor, eveneens uit Noord-Amerika en al sinds de jaren dertig van de vorige eeuw in Nederland.

Om welke soort het tijdens mijn tocht ging, de strand- of Wolhandkrab? Ik heb geen idee. Een volgende keer nog beter kijken.

Bron:
Martin Melchers & Geert Timmermans, Haring in het IJ; de verborgen dierenwerled van Amsterdam (Stadsuitgeverij Amsterdan, 1991)

Geen opmerkingen: